Laden...

CZ nam aanvragers pgb terecht in bescherming tegen Zorggroep Helmond

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > CZ nam aanvragers pgb terecht in bescherming tegen Zorggroep Helmond
's-Hertogenbosch, 23 maart 2016

CZ Zorgkantoor hoefde geen persoonsgebonden budget (pgb) uit te keren aan 11 mensen die hiermee zorg wilden inkopen bij Zorggroep Helmond. Ook mocht CZ aan 5 anderen weigeren nog langer pgb te verstrekken voor het inkopen van zorg bij Zorggroep Helmond. Dat besliste de rechtbank Oost-Brabant vandaag.

De betrokkenen waren geïndiceerd voor zorg. 11 van hen wilden een pgb van CZ om daarmee zorg in te kopen bij Zorggroep Helmond (inmiddels Onderweg Naar Zelfredzaamheid) en dienden daarvoor een aanvraag in. 5 anderen hadden al een pgb voor Zorggroep Helmond en wilden dit voortzetten. CZ stond echter niet langer toe dat met een pgb zorg werd ingekocht bij Zorggroep Helmond. De betrokkenen stapten daarop naar de rechter.

CZ heeft het ernstige vermoeden dat de pgb’s bij Zorggroep Helmond onjuist worden besteed omdat daar geen goede zorg wordt geleverd of zorg waarvoor het pgb niet is bedoeld. CZ onderzocht die vermoedens en legde in een rapport onder meer verklaringen vast van een aantal cliënten, hun bewindvoerder en 2 ex-managers en een ex-medewerker van Zorggroep Helmond. Zij bevestigden dat er sprake is van mogelijk frauduleus handelen met declaraties van pgb’s.

Verkeerde declaraties

Uit het onderzoeksrapport rijst het beeld dat het bij de cliënten van Zorggroep Helmond voornamelijk gaat om jongeren die gedetineerd zijn geweest of uit een GGZ-instelling komen na verslavingsproblematiek, en op zoek zijn naar onderdak. De cliënten tekenen een huurovereenkomst voor een woning van ongeveer 600 euro per maand, waarna Zorggroep Helmond namens hen een pgb aanvraagt. Er zit echter (al dan niet bewust) de nodige tijd tussen het betrekken van de woning en de aanvraag voor toekenning van een pgb. Vaak enkele maanden. In die periode maken de cliënten wel kosten voor huur en eventueel al geleverde zorg en krijgen ze schulden bij Zorggroep Helmond. Hierdoor wordt het voor hen moeilijker om te beslissen om geen zorg meer bij deze instantie in te kopen.
Voor geleverde zorg dienen de cliënten urenbriefjes te ondertekenen. In het rapport verklaren cliënten dat als ze weigerden te tekenen, er druk op hen werd uitgeoefend door hen erop te wijzen dat ze geen zorg meer zouden ontvangen en daarmee dus ook niet meer bij Zorggroep Helmond zouden kunnen wonen. De cliënten, hun bewindvoerder en de ex-medewerkers verklaren verder dat er op verkeerde wijze zorg en uren werden gedeclareerd door Zorggroep Helmond.

Op basis van dit alles besloot CZ om de 16 aanvragers in bescherming te nemen en aan hen geen pgb toe te kennen om (nog langer) zorg in te kopen bij Zorggroep Helmond. De rechtbank oordeelt dat CZ gelet op het zeer uitvoerige, goed gedocumenteerde en onderbouwde rapport, mocht aannemen dat de zorg voor de aanvragers niet toereikend zou zijn als de zorg ingekocht zou worden bij Zorggroep Helmond. De rechtbank oordeelt dan ook dat CZ terecht heeft besloten om de aanvraag voor de pgb’s af te wijzen.

Uitspraken