De verdachte was in juli vorig jaar op een feestje in een studentenwoning in Eindhoven. Daar kreeg hij ruzie met één van de bewoners van dat pand. Nadat de twee uit elkaar werden gehaald door andere aanwezigen, gooide de verdachte van dichtbij een bierglas in het gezicht van de student. Het slachtoffer liep daarbij blijvend oogletsel op en moest worden geopereerd. Er wordt een behandeltraject van meer dan een jaar verwacht en het is ook nu – ruim 6 maanden na het incident – nog onduidelijk of hij het zicht in zijn oog volledig zal verliezen. Daarnaast liep bij blijvende littekens in het gezicht op.
Volgens de verdachte wilde hij onderhands de inhoud van het glas richting het slachtoffer gooien. Dit zou helemaal zijn misgegaan, aldus zijn verklaring. De rechtbank verwerpt dit verweer en komt op basis van verklaringen van aanwezigen op een ander scenario uit. De verdachte gooide het glas namelijk bewust naar het slachtoffer. Hij deed dit bovendien met kracht en van een korte afstand. Door op die manier een breekbaar glas richting het hoofd – een kwetsbare plek – van het slachtoffer te gooien, aanvaardde hij de kans dat er zwaar lichamelijk letsel zou ontstaan.