Een grote groep mensen demonstreerde 24 januari jl. in het centrum van Eindhoven tegen ‘de lockdown en politiegeweld’. De demonstratie zou zich richten tegen de lockdown en voor de vrijheid van demonstreren. Op enig moment liep het uit de hand. Een deel van de demonstranten richtte zich fysiek en verbaal tegen de aanwezige politie. Zo werden er onder meer stenen en fietsen gegooid richting de agenten. Ook werden ruiten van onder meer winkels en het station ingegooid en werden die winkels geplunderd. Daarnaast werd een auto van ProRail op zijn kop gegooid en in brand gestoken.
De verdachten hadden allemaal een andere rol in dit openlijk geweld. Een 24-jarige man uit Eindhoven gooide stenen en een fiets naar de politie. Een jongeman uit Helmond (18 jaar) gooide terrasmeubilair om en slingerde een voorwerp richting een politiebusje. Een 19-jarige jongeman uit Eindhoven stak zijn middelvinger op en gooide stenen naar de politie. Ook een 18-jarige uit Eindhoven was betrokken bij het stenen gooien naar de politie. Daarnaast was hij betrokken bij het omgooien van de auto van ProRail.

De politierechter houdt er bij het bepalen van de straffen rekening mee dat de verdachten zich rechtstreeks tegen de politie richtten en fors geweld gebruikten. De politie moest die bewuste dag onder zeer moeilijke omstandigheden haar werk doen. Ze gebruikten zelfs traangas en een waterkanon. Dit soort middelen wordt niet zomaar ingezet. Volgens de politierechter was er sprake van een buitengewoon ernstige situatie. Bij deze zinloze escalatie zijn politieagenten en ondernemers zwaar getroffen. Bovendien was het schokkend en buitengewoon ontwrichtend voor de samenleving.

Het gedrag van de 24-jarige had grote gevolgen voor het verloop van de rellen. Hij stond aan het begin van de rellen vóór de andere relschoppers en jutte de menigte achter hem op met gebaren en opruiend gedrag. De politierechter ziet hem daarom als één van de gangmakers. Dit wordt hem ernstig aangerekend. Al met al krijgt hij een celstraf van 6 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk.

De Helmonder kwam later die middag naar het centrum van Eindhoven. De rellen waren toen al bezig. Hij gooide direct bij aankomst in het centrum terrasmeubilair om en slingerde kort daarop een voorwerp in de richting van een politiebusje. Hiermee leverde deze verdachte een bijdrage aan het openlijk geweld. De rechter rekent het hem ernstig aan dat hij zich niet distantieerde van het geweld, maar daar juist aan bijdroeg. Hij krijgt daarom een celstraf van 60 dagen, waarvan 48 dagen voorwaardelijk, en 40 uur taakstraf. Dat is lager dan de eis van de officier van justitie omdat deze verdachte een kleinere rol had, niet betrokken was bij de ernstige rellen in de brandhaard van het centrum en omdat hij nog maar net volwassen is en geen strafblad heeft.

Bij de 19-jarige Eindhovenaar weegt mee dat hij de rellen nadrukkelijk heeft opgezocht. Hij stak zijn middelvinger op en gooide  stenen naar de politie. Verder houdt de politierechter er rekening mee dat het gaat om een jonge verdachte. Al met al vindt de rechter een celstraf van 10 weken, waarvan 8 weken voorwaardelijk, en een taakstraf van 40 uur op zijn plaats.

In het geval van de 18-jarige weegt zijn houding tijdens de rellen mee. Hij stond op een bijzonder uitdagende manier tussen de relschoppers en de politie. Ook kwam hij snel aanlopen om nog mee te kunnen helpen de auto om te gooien. Dit zijn ernstige gedragingen. Anderzijds houdt de rechter er rekening mee dat hij kort voor de rellen 18 jaar is geworden. Alles afwegend komt de politierechter tot een celstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Daarnaast moet hij een schadevergoeding van 18.000 euro betalen voor de auto. Dit bedrag zal hij kunnen delen met eventuele andere verdachten die nog veroordeeld worden voor het vernielen van deze auto.