Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte niet alleen leraar was van het meisje, maar zich ook had opgeworpen als haar vertrouwenspersoon. Hij voerde wekelijks gesprekken met haar en ze hadden ook buiten school veel contact via WhatsApp. De verdachte was daardoor op de hoogte van de persoonlijke problemen van het meisje en van haar (emotionele) kwetsbaarheid. Hij had zich ervan bewust moeten zijn dat hij daardoor een grote invloed had op haar handelen en gemoedstoestand. De rechtbank rekent het hem zeer aan dat hij desondanks een relatie met haar is begonnen en verschillende keren (onbeschermde) seks met haar had. De verdachte had zijn verantwoordelijkheid moeten kennen en het meisje tegen zichzelf in bescherming moeten nemen, ook al stemde zij in met de seksuele handelingen. Minderjarigen in deze leeftijd zijn immers kwetsbaar, want zij bevinden zich in een periode van hun leven waarin zij hun seksualiteit beginnen te ontdekken en daarin zoekende en beïnvloedbaar zijn. De verdachte heeft hiermee het vertrouwen van zijn leerling, en ook van haar ouders en zijn collega’s, ernstig beschaamd.
De rechtbank acht het verder kwalijk dat hij het meisje welbewust uit de bescherming van haar ouders heeft getrokken. Hij installeerde een app op de telefoon van het meisje waarmee haar verblijfplaats niet door haar ouders te traceren was. Ook drong hij aan op het stilhouden van de relatie.