Laden...

Celstraf voor mensenhandel en verboden wapenbezit

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Celstraf voor mensenhandel en verboden wapenbezit
's-Hertogenbosch, 22 februari 2022

De rechtbank Oost-Brabant heeft een 30-jarige man uit Helmond veroordeeld voor mensenhandel en verboden wapenbezit. Hij krijgt hiervoor een gevangenisstraf van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk. Naast een schadevergoeding, moet de man het geld dat hij met de strafbare feiten verdiende terugbetalen aan het slachtoffer.

Mensenhandel houdt kort gezegd in het werven, vervoeren of verhandelen van mensen onder dwang en met als doel de uitbuiting van die mensen, vaak in de seksindustrie. De man en het slachtoffer hadden op een zeker moment een liefdesrelatie met elkaar.

De man spoorde de vrouw aan om in de prostitutie te gaan werken en hield haar voor dat ze van dat geld samen rijk zouden worden. De man kocht condooms en glijmiddel en dwong haar vele uren te werken omdat zij meer geld moest verdienen. Het verdiende geld stond zij grotendeels aan hem af. Later bleek hij het door haar verdiende geld te vergokken.

Gevangenisstraf

Volgens de rechtbank was er sprake van een grote inbreuk op de grondrechten en de autonomie van het slachtoffer. Ongeveer vijftien maanden lang verrijkte de man zich met het geld dat het slachtoffer verdiende in de prostitutie. Daarmee bekostigde de man zijn gokverslaving. Het slachtoffer was afhankelijk van de man voor onderdak en verkeerde in een kwetsbare positie, waar de man schaamteloos misbruik van maakte. Zo wist hij onder meer dat de vrouw een getroebleerd verleden had, dat zij geen onderdak had en dat zij in het verleden (seksueel) was misbruikt. Het slachtoffer moest lange dagen maken en vaak dagen achtereen doorwerken, ook als zij aangaf pijn te hebben.

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat de uitbuiting zo lang duurde. De rechtbank komt tot een beperktere bewezenverklaring dan de officier van justitie en legt daarom een lagere straf op dan door de officier van justitie geëist. Volgens de rechtbank is er onvoldoende bewijs voor de fysieke geweldshandelingen. Bij zijn aanhouding bleek dat de man een nepwapen in zijn woning had liggen, dat sprekend lijkt op een vuurwapen. Ook dit is strafbaar. Daarom veroordeelt de rechtbank de man ook voor verboden wapenbezit.

Al met al moet de man naast de gevangenisstraf een schadevergoeding aan het slachtoffer betalen van ruim 40 duizend euro. Daarnaast krijgt hij een contactverbod met het slachtoffer en moet hij zich laten behandelen voor zijn gokverslaving.

Uitspraak