Volgens de rechter hebben GS onzorgvuldig en overhaast gehandeld door die dwangsom op te leggen. Daardoor is er onvoldoende rekening gehouden met de belangen van het bedrijf.
De provincie legde de dwangsom op omdat het bedrijf meer produceert dan volgens de vergunning is toegestaan. Als het bedrijf zich op 1 januari 2016 nog niet zou houden aan het productieplafond van 160.000 ton geperste diervoeder, dan zou het voor iedere 1.000 ton overschrijding een boete moeten betalen van 250.000 euro met een maximum van 1 miljoen euro.
De rechter heeft bij zijn oordeel mee laten wegen dat het bedrijf inmiddels beschikt over een nieuwe vergunning waarin een plafond van 400.000 ton is toegestaan, maar daarover loopt nog een procedure. Die zaak behandelt de rechtbank Oost-Brabant naar verwachting op 18 februari.