Laden...

Drive-through fastfoodrestaurant Bossche woonboulevard mag blijven

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Drive-through fastfoodrestaurant Bossche woonboulevard mag blijven
's-Hertogenbosch, 03 januari 2019

De drive-through van een nieuw fastfoodrestaurant in ’s-Hertogenbosch hoeft niet te worden verwijderd. Dat bepaalde de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant vandaag in een kort geding. Een aangrenzende beddenzaak had Bossche Boulevard hiervoor voor de rechter gedaagd.

Een fastfoodketen deed in juni 2017 een aanvraag voor een vergunning om een restaurant met drive-through op de woonboulevard in ‘s-Hertogenbosch te vestigen. In oktober van dat jaar werd de vergunning verleend. De aangrenzende winkel, een beddenzaak, maakte bezwaar tegen de komst van de drive-through. De beddenzaak liet dit vanaf het begin duidelijk blijken. Het bezwaar werd afgewezen door de eigenaar van het winkelcentrum, Bossche Boulevard. Dit gebeurde in april 2018. In september volgde er een gesprek tussen de partijen en kort daarop werd begonnen met werkzaamheden voor de aanleg van de drive-through. Dit werk is inmiddels bijna afgerond. Begin december ging het restaurant open en werd de drive-through in gebruik genomen. Vervolgens stapte de beddenzaak naar de kantonrechter. Zij willen dat de verdere aanleg en afbouw van de drive-through gestaakt wordt en dat Bossche Boulevard de parkeerplaatsen en de stoep herstelt zoals ze waren vóór de aanleg.

Standpunten

De beddenzaak is van mening dat er sprake is van schending van het huurrecht. Onder meer omdat de drive-through de zichtbaarheid van hun winkel vanaf de doorgaande weg vermindert, de winkel minder goed bereikbaar is en er minder parkeerplaatsen beschikbaar zijn voor bezoekers. Verder vreest de beddenzaak voor een omzetdaling van 10 tot 20%. Dit hadden zij niet kunnen voorzien toen zij in 2015 een vernieuwde huurovereenkomst aangingen met Bossche Boulevard. Daarnaast merkt de beddenzaak op dat de start van de werkzaamheden voor de aanleg van de drive-through niet waren aangekondigd door Bossche Boulevard. Zij stelt iedere dag met de gevolgen te worden geconfronteerd en vindt daarom dat er een spoedeisend belang is bij de vorderingen.

Bossche Boulevard stelt onder meer dat het ongedaan maken van de drive-through een ingrijpende maatregel is die zich niet leent voor beoordeling in een kort geding.  Zij stelt kort gezegd dat de komst van het restaurant met een drive-through een goede zaak is voor de woonboulevard, omdat dit bezoekers trekt en zorgt dat zij langer op de boulevard blijven.

Beslissing

De kantonrecht oordeelt dat de beddenzaak al sinds april 2018 moest weten dat met de aanleg van de drive-through zou worden begonnen. De winkel merkte dat kort na het gesprek in september met die aanleg was gestart. Volgens de rechter is het daarom niet te verklaren dat zij pas 3 maanden later een spoedeisend belang stelt te hebben.
In december is bij de bestuursrechter ook een zaak over dezelfde kwestie behandeld. De beslissing in die zaak valt op afzienbare termijn te verwachten. De kantonrechter ziet niet in waarom de beddenzaak niet eerst de uitspraak in die procedure zou afwachten. 
Daarnaast heeft de beddenzaak vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij omzet zal mislopen door het bestaan en het gebruik van de drive-through. De beddenzaak heeft onvoldoende onderbouwd dat er minder bezoekers in de beddenzaak zullen komen, omdat de winkel minder bereikbaar, toegankelijk en zichtbaar zou zijn door de drive-through. De grote toeloop van klanten van het fastfoodrestaurant sinds de opening heeft tot verkeersopstoppingen en tot veel afval op straat in de omgeving geleid. Aannemelijk is echter, zoals Bossche Bouvelard aangeeft, dat de eerste weken na de opening van een restaurant altijd "chaotisch" verlopen vanwege een groot aantal bezoekers, maar dat daarna het aantal bezoekers en daarmee de overlast flink zal dalen.

Al met al is de kantonrechter van oordeel dat de vorderingen van de beddenzaak tot herstelmaatregelen niet toewijsbaar zijn. 

Uitspraak