De omstandigheden van de verschillende zaken tonen sterke overeenkomsten. Zo kampten de kinderen met psychische problemen en waren hun ouders recent gescheiden toen het misbruik plaatsvond. De verdachte had een vriendschap gesloten met hun moeders. Op deze manier kwam hij in contact met de kinderen, hij paste op of sloot – naar eigen zeggen – vriendschap met die kinderen.
De verdachte veroorzaakte door deze manier van handelen grote problemen binnen de gezinnen. Hij heeft het, door een hechte vriendschap met de moeders aan te gaan in een voor hen zware periode, de kinderen bemoeilijkt om hun verhaal te kunnen doen bij hun moeder. Hij dreef een wig tussen moeder en kind. Ook dit rekent de rechtbank hem zwaar aan. De rechtbank weegt daarnaast mee dat de verdachte al sinds 1996 bezig was, zich zeer bewust was van zijn seksuele neigingen maar naliet voldoende of passende hulp te zoeken.
Volgens een psycholoog is er bij de verdachte sprake van een stoornis in het autismespectrum. Hij heeft daardoor beperkingen bij het aangaan van sociale relaties, een zwak ontwikkelde seksuele identiteit en een onvermogen zich te verplaatsen in de ander en signalen op te vangen over hoe de ander zich voelt. De rechtbank beschouwt hem als verminderd toerekeningsvatbaar. Omdat de kans op herhaling groot is, koppelt de rechtbank aan de voorwaardelijke celstraf een aantal bijzondere voorwaarden met een proeftijd van 3 jaar. De verdachte krijgt een meldplicht bij de reclassering, moet zich laten opnemen in een zorginstelling en meewerken aan een ambulante behandeling. Daarnaast mag de verdachte 3 jaar geen contact zoeken met de slachtoffers en moet hij ze een schadevergoeding betalen van in totaal ruim 10.000 euro.