Laden...

Hekwerk rond bosperceel Middelbeers moet weg, oprit mag blijven

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Hekwerk rond bosperceel Middelbeers moet weg, oprit mag blijven
's-Hertogenbosch, 14 september 2021

De eigenaar van percelen in een bosgebied in Middelbeers moet een 869 meter lang en 2 meter hoog hekwerk verwijderen. De gemeente Oirschot trok hiervoor terecht de vergunning in, zo bepaalde de rechtbank Oost-Brabant vandaag. Ook mag de eigenaar een schuurtje op zijn grond niet renoveren. De aangelegde oprit mag daarentegen wel blijven liggen.

De eigenaar van de percelen aan de Kromvensedijk, de gemeente Oirschot en de werkgroep Natuur en Landschap de Beerzen, hebben het al een tijdje met elkaar aan de stok. Het gaat onder meer over het hekwerk dat de eigenaar rond het perceel plaatste. Verder verbouwde hij zijn bungalow, liet een groot aantal bomen kappen en legde hij een oprit aan. De werkgroep diende hiertegen diverse verzoeken om handhaving in bij de gemeente. Deze verzoeken leidden tot verschillende besluiten. Zowel de eigenaar van het perceel als de werkgroep stelden vervolgens beroep in tegen een aantal van die besluiten. De rechtbank behandelde alle zaken gelijktijdig op een zitting in maart 2021. De partijen kregen destijds nog de nodige tijd om er alsnog samen uit te komen, maar daar slaagden zij niet in. Daarom doet de rechtbank vandaag uitspraak in de zaken.

Hekwerk moet weg

De gemeente Oirschot verleende in eerste instantie een vergunning voor het plaatsen van een hekwerk rond de percelen van de eigenaar. Na een bezwaar van de werkgroep en het advies van de bezwarencommissie, trok de gemeente de vergunning weer in. Het zou kort gezegd niet passen in de natuurrijke omgeving. Volgens de eigenaar is het hekwerk juist van belang voor de bescherming van de natuurwaarden op zijn percelen. Vanwege de jonge aanplant blijft het groot wild, zoals wilde zwijnen en reeën, uit de buurt. Daarnaast zouden er illegale motorcrossactiviteiten plaatsvinden en zou sprake zijn van vandalisme. Ook dit is volgens de eigenaar slecht voor de aanwezige flora en fauna. De werkgroep stelt juist dat het hek daar niet kan staan omdat het onder meer de vrije doorgang van wilde dieren belemmert.

De rechtbank oordeelt dat de hoogte, lengte en vormgeving van het hekwerk inderdaad een te grote belemmering van de natuurwaarden in het gebied vormt. Volgens een bosbouwkundig adviseur verhindert het migratieroutes, beperkt het territoria, dwingt het dieren tot het gebruiken van gevaarlijkere routes en ontneemt het foerageer- en rustplaatsen aan dieren zoals reeën, vossen, marterachtigen, hazen en konijnen. Daarbij weegt mee dat het perceel aan een Natura 2000-gebied grenst. Al met al oordeelt de rechtbank dat de gemeente de vergunning mocht intrekken. Daarmee moet het hekwerk worden verwijderd.

Oprit mag blijven

De werkgroep wil verder dat de aangelegde oprit wordt verwijderd. Hiertoe is een groot aantal bomen gekapt zonder de benodigde vergunning, stelt de werkgroep. Ook zou sprake zijn van een onevenredige aantasting van de natuurwaarden. De eigenaar beregent namelijk de jonge aanplant op zijn percelen regelmatig met grondwater dat ter plaatse wordt onttrokken. Volgens de werkgroep is dat in strijd met de planregels. Verder zou de eigenaar het bodemreliëf en de bodemstructuur hebben aangetast door zijn perceel te egaliseren en een oprit en een tuin aan te leggen. Tot slot had de gemeente volgens de werkgroep geen vergunning mogen verlenen voor de renovatie van een ruim 40 jaar oud schuurtje op het perceel. Er zou dan kort gezegd sprake zijn van een illegale situatie. De eigenaar bestrijdt dit alles.

De rechtbank oordeelt dat de omgevingsvergunning voor de oprit niet in strijd is met het bestemmingsplan, als het inmiddels opgestelde bosbeheerplan maar wordt uitgevoerd met een jaarlijkse controle door de gemeente. Bovendien baseert de gemeente zich daarbij onder meer op een positief advies van de waterbeheerder en verwijst hij naar de natuurvergunning, waarmee voldoende is onderbouwd dat het aanleggen van de oprit geen verslechtering en verstoring van de aanwezige natuurlijke habitat in het nabijgelegen Natura 2000-gebied oplevert. Daarnaast moet de gemeente zelf gaan vaststellen wat er op de percelen is gebeurd op het gebied van bodemreliëf en -structuur. Op basis daarvan moet de gemeente beslissen of de eigenaar de eventuele aantastingen ongedaan moet maken. Het schuurtje mag de eigenaar niet renoveren. De rechtbank oordeelt dat de gemeente hiervoor geen vergunning had mogen verlenen, omdat dit in strijd is met het bestemmingsplan. De vergunning wordt dan ook vernietigd.

Uitspraken