Naast het aanvechten van hun ontslag, claimden de chauffeurs achterstallig loon en een schadevergoeding via de rechtbank Oost-Brabant. Hiervoor kregen ze bijval van vakbond FNV, die in een afzonderlijke procedure heeft gevorderd dat buitenlandse chauffeurs die op ritten in, vanuit en naar Nederland werken, naar Nederlands loon betaald moeten krijgen.
De rechtbank oordeelt in de zaak van de Hongaarse chauffeurs kort gezegd dat de Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden zowel gelden in gevallen dat Nederland het land is van waaruit tijdelijk gewerkt wordt als dat Nederland het land is van waaruit gewoonlijk gewerkt wordt. Dit is bij de tien Hongaarse chauffeurs het geval. Het transportbedrijf had de Hongaren dus Nederlands loon moeten betalen, waardoor ze nu aanspraak maken op achterstallig loon. Om wat voor bedrag het gaat, is nog onduidelijk omdat de loonvordering van de chauffeurs niet volledig is. De rechtbank verwijst de zaak naar de rolzitting van 5 februari 2015, wanneer partijen schriftelijk stukken kunnen indienen.
De rechtbank oordeelt daarnaast dat de tien Hongaren in dienst waren van het bedrijf in hun vaderland. Dit bedrijf was daarom in staat de tien medewerkers te ontslaan. Overigens hebben de chauffeurs hun ontslag ook bij de Hongaarse rechtbank aangevochten.