De GGzE is een forensische kliniek met een therapeutische setting. Op de
afdeling waar de medewerkers werkzaam zijn, verblijven cliënten die kampen of
kampten met verslavingsproblematiek. De medewerkers van de GGzE hebben een
voorbeeldfunctie en kunnen -als zij zelf (hard)drugs gebruiken- cliënten niet op
hun drugsgedrag aanspreken. De medewerkers brachten andere collega’s ernstig in
verlegenheid door openlijk harddrugs te gebruiken in het bijzijn van collega's
die dat niet deden en het gebruik vervolgens verborgen wilden houden voor de
GGzE. Daarmee ontstond een reële kans op verstoring van de collegiale
verhoudingen.
Met de GGzE is de kantonrechter van mening dat 5 medewerkers met de
gedragingen een grens hebben overschreden. De kantonrechter ontbindt in hun
geval de arbeidsovereenkomst per 15 augustus 2015. Volgens de kantonrechter
handelden deze medewerkers, voor zover zij niet al in strijd met de regels van
de gedragscode van GGzE handelden, op z’n minst ernstig in strijd met de regels
van goed werknemerschap.
Bij 2 medewerkers is volgens de kantonrechter onvoldoende reden tot
beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Bij de ene medewerker staat kort gezegd
niet vast dat zij drugs gebruikte en daarmee de gedrags- of beroepscode heeft
overschreden. Het zwijgen van deze medewerker over het drugsgebruik van de
anderen is weliswaar laakbaar en zou reden kunnen zijn voor een waarschuwing of
berisping, maar is onvoldoende ernstig voor ontslag. Volgens de kantonrechter
zijn de gemaakte verwijten bij de andere medewerker, voor zover die al zijn
komen vast te staan, onvoldoende ernstig om het dienstverband te beëindigen. In
de zaak van de achtste medewerker is vandaag geen uitspraak gedaan, omdat wordt
gekeken of beide partijen er samen uit kunnen komen.