Als het huwelijk blijft voortbestaan wordt volgens de rechtbank inbreuk gemaakt op de rechten en vrijheden van de vrouw. Het religieuze huwelijk vormt een belemmering voor de vrouw om opnieuw een relatie aan te gaan. De sociale omgeving van de vrouw zal haar zonder echtscheiding naar islamitisch recht blijven beschouwen als een gehuwde vrouw. Daardoor loopt ze het risico dat ze zich bij een volgende relatie buiten die sociale omgeving plaatst. Daarnaast overweegt de rechtbank dat het religieuze huwelijk zorgt voor een ondergeschikte positie van de vrouw; zij is verplicht de man te gehoorzamen.
Deze fundamentele ongelijkheid tussen de vrouwelijke en de mannelijke partner - die op zichzelf al niet strookt met de grondrechtelijke gelijkheid tussen de seksen - blijft bestaan als er geen echtscheiding komt terwijl de vrouw die wel wenst. De vrouw kan de echtscheiding naar islamitisch recht niet afdwingen; de man kan dat wel door verstoting (door het uitspreken van de talaq). Bovendien loopt de vrouw het risico om bij het aangaan van een nieuwe relatie blootgesteld te worden aan eerwraak en strafvervolging. In Irak - het land van herkomst van beiden - wordt een dergelijke situatie (geen echtscheiding naar religieus recht maar wel een nieuwe relatie) aangemerkt als overspel. En dat is daar een strafbaar feit. Dat de man louter uit financiële motieven niet wil meewerken aan de scheiding, vormt volgens de rechtbank dan ook een onrechtmatige daad ten opzichte van de vrouw.