De verdachte wilde in september 2014 het slachtoffer bang maken en schoot daarom met een vuurwapen op diens auto. Het slachtoffer stond vlakbij de auto toen dit gebeurde, maar raakte niet gewond. Wel sneuvelden enkele ruiten van de auto.
Volgens de rechtbank maakte de man zich schuldig aan verboden wapenbezit, vernieling en bedreiging. De officier van justitie vond dat de verdachte ook de broer van het slachtoffer, die in de buurt stond, met de dood had bedreigd door op de auto te schieten. De rechtbank gaat er zonder meer vanuit dat deze man ook is geschrokken, maar er zijn onvoldoende bewijzen dat de verdachte het ook op hem had gemunt. Omdat de rechtbank de verdachte vrijspreekt van dit tenlastegelegde feit, legt zij een lagere straf op.
De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat het schietincident veel indruk maakte op het slachtoffer en maatschappelijke onrust veroorzaakte in de kleine dorpsgemeenschap van Esch. Dergelijke incidenten zorgen voor een angstig en onveilig gevoel onder burgers. In strafmatigende zin weegt de rechtbank mee dat het voorval kennelijk moet worden gezien als een eenmalige misstap. Ook toonde de verdachte oprecht berouw.