Volgens de rechtbank is er inderdaad sprake van een aantal overtredingen. Zo is onder meer een aantal silo's groter of anders verbouwd dan volgens de vergunning is toegestaan, is een gasveredelingsstation op een andere plek gebouwd dan waar toestemming voor is verleend en is zonder vergunning een hekwerk rond het terrein geplaatst en zijn een mobiele stookinstallatie en opslagtank neergezet. De provincie treedt terecht tegen deze overtredingen op. Dit is echter geen eenvoudige taak in dit langdurige en ingewikkelde conflict.
De provincie bood de eigenaar van de mestvergister slechts twee opties: het verkrijgen van een legaliserende vergunning of het slopen en/of beëindigen van de illegale activiteiten. Als dat niet binnen een bepaalde termijn zou zijn gebeurd, moest het bedrijf dwangsommen gaan betalen. De provincie wist dat het bedrijf in die periode nooit een nieuwe vergunning zou kunnen krijgen. Dit betekent dat het bedrijf het zogeheten verbeuren van dwangsommen alleen zou kunnen voorkomen door de silo's te slopen en andere activiteiten te staken.
De rechtbank oordeelt dat de provincie onvoldoende uitlegt waarom deze verstrekkende maatregel noodzakelijk is. Het bedrijf is sinds de voorlopige voorziening van juli 2022 deels in werking en is bijna wekelijks gecontroleerd door de provincie. In deze proefperiode kreeg de provincie een beter beeld van de deels afwijkende werking van de installatie. Die opgedane kennis had gebruikt kunnen worden om te kijken of een minder verstrekkende last kon worden opgelegd waarmee de mogelijk nadelige milieugevolgen ook worden voorkomen.