De 32-jarige man handelde van januari 2011 tot en met april 2014 in cocaïne en in die laatste drie maanden ook in MDMA. Bovendien had hij bij zijn aanhouding ruim 67 kilo cocaïne en 17 gram MDMA in de woning van zijn moeder liggen. Ze hielp bij het vouwen van sealtjes om de drugs in te verpakken en daarnaast verklaarden getuigen dat de vrouw aanwezig was toen zij in de woning drugs kochten. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de vrouw wist dat er drugs in haar woning lagen. Voor het medeplegen van de handel in drugs is onvoldoende bewijs, daarvan wordt de vrouw vrijgesproken. De 27-jarige man is veroordeeld omdat hij van november 2013 tot en met april 2014 hielp met de drugshandel.
 
Naast het drugsbezit en de handel in harddrugs, maakte de 32-jarige man zich schuldig aan het beïnvloeden van een getuige. Voordat die getuige bij de rechter moest verschijnen, belde de verdachte met hem over wat de getuige in zijn verklaring als de waarheid zou moeten bestempelen.

Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank er rekening mee dat drugs schade toebrengen aan de gezondheid van gebruikers. Bovendien bekostigen zij hun drugsgebruik vaak door diefstal of ander crimineel gedrag, waardoor schade en overlast ontstaat voor anderen. De rechtbank weegt in het voordeel van de 32-jarige man mee dat de delicten volgens een psycholoog in verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend. In het voordeel van de vrouw weegt onder meer dat zij al jaren in behandeling is voor een borderline persoonlijkheidsstoornis.