Laden...

Op de rol: 'Kon de muis niet in een doosje?'

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Op de rol: 'Kon de muis niet in een doosje?'
Eindhoven, 24 juli 2024

Het is warm op woensdag 22 juni 2022. In Eindhoven is het maar liefst 27 graden. Het is dan ook druk in de twee buitenbaden van het Ottenbad aan de Vijfkamplaan. Badjuf Rebecca* zit op haar umpirestoel zo'n beetje tussen het 25 meterbad en het peuterbad in. Haar blik is vooral gericht op het grote zwembad, de ouders worden geacht zicht te houden op hun kroost. Vanuit het peuterbad loopt een bezoeker naar Rebecca. Er drijft een dode muis in de hoek van het bad. Vies en eng.

Niemand die dat meer vindt dan Rebecca, die panisch is voor de opgewekte en gemoedelijke Mus musculus  – dood of levend. Ze belt vanuit haar stoel de ploegleider: of hij ervoor wil zorgen dat de gestorven muis uit het water wordt gehaald. Ze vertelt erbij dat ze als de dood is voor muizen. Hij pakt een lang schepnet en hengelt de muis uit het peuterbad. Met de muis in het schepnet loopt hij vervolgens langs de rand van het peuterbad richting badjuf Rebecca, die haar blik op het grote bad heeft gericht. Ze voelt letterlijk nattigheid, kijkt omhoog en ziet de dode muis boven zich hangen. De teamleider zal later bij hoog en bij laag beweren dat het geen lolletje was en dat hij het schepnet ook niet boven haar hoofd heeft gehouden.

Huilen

Rebecca springt in paniek uit de 1,7 meter hoge umpirestoel, niet zoals je dat doorgaans doet – met je gezicht naar de trap – maar met haar rug naar de trap. En dat loopt verkeerd af. Ze roetsjt over de treden, meer ‘ijzertjes’, en belandt met een smak op de tegels. ‘Ik lag op de grond te huilen. Ik had heel veel pijn aan mijn linkerknie’, zegt Rebecca tegen kantonrechter Josefine van der Weij. Ze heeft zoveel pijn dat haar vader en moeder haar eerst naar de huisarts rijden en vervolgens naar het Anna Ziekenhuis. Haar kruisband blijkt gescheurd. Haar meniscus is er ook slecht aan toe. Werken in het zwembad is er voor Rebecca niet meer bij. In het najaar wordt ze aan haar knie geopereerd. Nu, twee jaar later, heeft ze ander werk maar sport ze nog steeds niet. ‘Ik kan niet meer doen wat ik leuk vind.’ Ze is ook nog steeds onder behandeling van de fysio.

Doosje

Rebecca vraagt vandaag geen schadevergoeding, ze wil een 'verklaring voor recht' dat Eindhoven aansprakelijk is voor de schade die ze heeft geleden door haar val na het aanschouwen van de dode schepnetmuis. 'Waarom moest die muis met een schepnet uit het zwembad worden gehaald?', vraagt Rebecca's letselschadeadvocaat Daan Andries zich af. 'Kon de muis niet in een doosje worden gestopt? Dan was de muis ook voor iedereen niet zo zichtbaar geweest. Er waren in ieder geval geen instructies over hoe moest worden omgegaan met dode dieren in het zwembad, zoals er trouwens ook geen instructies waren over het verlaten van de stoel.' Een dode muis in een doosje stoppen? 'Moet iemand met zijn handen dan aan een dode muis zitten?', vraagt advocate Irene Assink van de gemeente Eindhoven zich af. 'Met zo'n doosje zijn de risico's veel groter dan wanneer je een schepnet gebruikt. En vergeet niet: veel mensen zijn bang voor muizen. En dan zou iemand een muis met zijn handen uit het bad moeten halen. En over de instructies over dode dieren in het bad: hoe vaak komt ligt er nou een dode muis in het zwembad?'

Veiligheid

Over dode muizen is niets te boek gesteld, maar dat wil niet zeggen dat Eindhoven geen oog heeft voor de veiligheid van haar medewerkers, zegt advocate Assink. ‘Het zwembad heeft een veiligheidsplan en een toezichtplan en dat is ook met mevrouw besproken. Die plannen beogen geen absolute veiligheid te creëren. Van een werkgever kan niet worden verwacht dat zij rekening houdt met alle mogelijke angsten van medewerkers. Wanneer dat een maatstaf zou zijn, dan zou een werkgever er bijvoorbeeld ook voor moeten zorgen dat werknemers nooit met een dode of levende spin kunnen worden geconfronteerd, vanwege de kans dat een werknemer last heeft van arachnofobie. Hetzelfde geldt voor een confrontatie met een dode of levende muis.’ En over het ontbreken van instructies over het verlaten van de umpirestoel, zegt advocate Assink: ‘Als je zo extreem schrikt, dan helpen veiligheidsinstructies niet. Je gaat je in je doodsangst voor een muis niet bedenken: zo staat het niet in de  veiligheidsinstructies.’

Schade

De gemeente Eindhoven is niet tekortgeschoten in haar zorgplicht en kan onmogelijk verantwoordelijk worden gehouden voor de schade die Rebecca zou hebben geleden. Daarbij is het volgens advocate Assink ook nog eens zo dat Rebecca al voor de zwembadval last had van haar knie. ‘De gemeente vindt dat mevrouw niet heeft aangetoond dat zij schade heeft geleden bij de uitoefening van haar werk’, aldus de advocate. Dat Rebecca al eerder last had van haar knie is niet relevant voor de vraag of de gemeente Eindhoven aansprakelijk is voor de schade die Rebecca heeft geleden, vindt haar advocaat Daan Andries. ‘De artsen leggen ook geen verband tussen de reeds aanwezige knieproblematiek en de val in het zwembad. Ze hebben het er alleen over dat Rebecca eerder knieklachten had.’ Hoe dan ook: de val zorgt er wel voor dat ze uitgerangeerd is als badjuf. En dat heeft haar geld gekost. Hoeveel, wil de kantonrechter weten. Dat heeft Rebecca niet op een rijtje gezet. ‘Ik heb kosten gemaakt. Ik heb acht maanden 90 procent van mijn loon gekregen.’ Rechter Van der Weij: ‘De gemeente zegt dat ze u hebben aangeboden om uw eigen risico te vergoeden. Rebecca: ‘Dat klopt, maar volgens mij is er niet betaald.’ De rechter concludeert: ‘Los van de vraag of de gemeente aansprakelijk is voor uw val, begrijp ik dat de schadekosten op zich gering zijn.’

Tijd

Zouden de gemeente en Rebecca niet uit die aansprakelijkheidsvraag kunnen komen?, vraagt rechter Van der Weij. Ze kunnen altijd een poging wagen. Er volgt lang overleg op de gang in een verder uitgestorven rechtbank. De gemeente doet een aanbod, Rebecca en haar advocaat laten het op zich inwerken. Ze weet niet zo goed wat ze ermee aan moet. ‘Zouden we twee weken de tijd kunnen krijgen om erover na te denken?’, vraagt advocaat Andries. Die tijd krijgen ze. Maar ook na twee weken is er geen schikking. Rebecca kan niet leven met het aanbod van de gemeente. En dus is het aan de kantonrechter om de knoop door te hakken. Dat doet rechter Van der Weij vier weken later.

Instructie

De Brabantse rechter vindt dat de gemeente Eindhoven Rebecca had moeten instrueren over het verlaten van de umpirestoel. Het risico is immers groot dat een zwemjuf/meester zich bezeert als de stoel snel verlaten moet worden. Met training had de val 'eenvoudig voorkomen kunnen worden'. Dat een dode muis zelden uit het zwembad moet worden gevist en dat een heftige schrikreactie niet voorkomen kan worden, wil volgens de rechter ook niet zeggen dat de gemeente geen instructie hoeft te geven over de manier waarop (dode) beestjes uit het water gehaald moeten worden. Eindhoven kortom heeft niet, of althans onvoldoende, aan haar zorgplicht voldaan en is daarmee 'voor recht' aansprakelijk voor alle materiële en immateriële schade die Rebecca door haar val heeft geleden. De gemeente moet Rebecca in dit deelgeschil 4.647,70 euro betalen. 

* Dit is niet haar echte naam.

Uitspraken