De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegde in juli 2008 een subsidie toe voor een project van de stichting. Dat project is uitgevoerd en nadat de accountant van de stichting het financieel verslag, waarin de besteding van de subsidie was verantwoord, had goedgekeurd, stelde de minister de subsidie begin december 2012 vast op een bedrag van 206.833 euro. In juni 2014 trok de accountant zijn goedkeuringsverklaring in, naar aanleiding van een controle door de Auditdienst Rijk van het ministerie van Financiën. Omdat daardoor niet meer werd voldaan aan de subsidievoorwaarden, vorderde de minister de uitbetaalde subsidie van 206.833 euro van de stichting terug. De stichting kon dit niet betalen en stapte daarom naar de rechter om dit bedrag te verhalen op haar voormalig voorzitter. De stichting meent dat haar voormalige voorzitter, die in februari 2013 aftrad, zijn taak als bestuurder van de stichting niet op een behoorlijke wijze heeft vervuld. Volgens de stichting gebruikte hij subsidiegeld voor privédoelen en voerde hij geen deugdelijke administratie. Het is volgens de stichting aan de voormalige voorzitter te wijten dat de subsidie moet worden terugbetaald.