Laden...

Provincie maakte fout bij herstart van veehouder in Velp

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Provincie maakte fout bij herstart van veehouder in Velp
's-Hertogenbosch, 26 mei 2023

Een veehouderij in Velp had een nieuwe natuurvergunning nodig om zijn bedrijf te herstarten na een lange periode. Dit oordeelt de rechtbank Oost-Brabant.

De voorganger van het bedrijf in Velp kreeg in 1994 een zogeheten Hinderwetvergunning. Daarin stond dat er maximaal 165 melkkoeien en 120 vrouwelijke runderen mochten worden gehouden. In het bedrijf werden sinds 2006 geen melkkoeien meer gehouden en de melktank en melkkoeling waren inmiddels verwijderd. Sinds 2018 hield de veehouderij bovendien al geen jongvee meer en in de 7 jaar daarvoor was het aantal stuks jongvee ook al veel minder dan vergund. Intussen hield de vorige eigenaar ongeveer 30 paarden, plaatste hij paardenboxen en verwijderde hij 48 ligboxen. 

Het bedrijf werd in 2021 overgenomen door een nieuwe eigenaar, die in september 2021 liet weten dat hij weer melkkoeien en vrouwelijk jongvee zal gaan houden. Een milieuvereniging uit de omgeving maakte bezwaar en verzocht om preventief handhavend op te treden. Volgens hen had het bedrijf een natuurvergunning moeten hebben en heeft de nieuwe situatie negatieve invloed op de Natura 2000-gebieden Sint Jansberg, Oeffelter Meent en Maasduinen. De provincie wees dit verzoek af omdat er geen sprake zou zijn van een overtreding van de Wet natuurbescherming. Volgens de provincie kon het bedrijf voor de herstart nog steeds rechten ontlenen aan de in 1994 verleende Hinderwetvergunning. De milieuvereniging stapte daarop naar de rechter.

Oordeel

De rechtbank oordeelt dat de vergunning die de veehouder in 1994 kreeg, inmiddels is vervallen. Bij de overname van het bedrijf was geen sprake van het voortzetten van het oudere project. De herstart is juridisch gezien de start van een nieuw project en daarvoor is een natuurvergunning nodig.

In Nederland zijn er veel bedrijven (waaronder veehouderijen) waarvoor in het verleden vergunningen zijn verleend en die inmiddels zijn komen te vervallen omdat de bedrijven ondertussen onder andere regelgeving vallen. Het toelaten van intern salderen zonder een passende beoordeling bij herstart van bedrijven die stil hebben gelegen (waarbij bijvoorbeeld stallen hebben leeggestaan), zou grote gevolgen kunnen hebben. Die bedrijven kunnen dan worden hervat zonder natuurvergunning. Ook zouden de rechten van deze bedrijven kunnen worden ingezet voor andere projecten (extern salderen). Dit alles zou kunnen leiden tot een enorme toename in neerslag van stikstof (stikstofdepositie) zonder dat een passende beoordeling van de effecten daarvan. Dat helpt Nederland niet uit de stikstofcrisis. 

Conclusie

De rechtbank concludeert dat het bedrijf in overtreding is omdat het bedrijf is herstart zonder de benodigde natuurvergunning. Het beroep van de milieuvereniging slaagt. De provincie heeft nu 3 maanden de tijd om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar tegen de afwijzing van het handhavingsverzoek van de milieuvereniging. Concreet betekent dit dat de provincie moet ingrijpen bij de veehouderij, tenzij er zicht is op legalisering. Het bedrijf kan ervoor kiezen tussentijds een natuurvergunning aan te vragen; het is dan aan de provincie om te beoordelen wat de gevolgen van het nieuwe project voor de natuur zullen zijn.

Uitspraak