Laden...

Rechter zet streep door natuurvergunning van kunststofproducent in Bergen op Zoom

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Rechter zet streep door natuurvergunning van kunststofproducent in Bergen op Zoom
's-Hertogenbosch, 15 februari 2023

Een fabriek in Bergen op Zoom mag geen houtpelletgestookte biomassaverbrandingsinstallatie en een hete-oliefornuis bouwen en in gebruik nemen. De provincie Noord-Brabant maakte namelijk diverse fouten bij het verlenen van een natuurvergunning daartoe. Daarom vernietigt de rechtbank Oost-Brabant die vergunning vandaag.  

SABIC, dat wereldwijd kunststof produceert, deed in september 2020 een aanvraag om een natuurvergunning bij de provincie voor het bouwen en in gebruik nemen van een houtpelletgestookte biomassaverbrandingsinstallatie en een hete-oliefornuis bij de fabriek in Bergen op Zoom. Daarmee wilde het bedrijf zijn warmtekrachtkoppelingsinstallatie (wkk), de productie van warmte en elektriciteit met een motor op brandstof, vervangen. De provincie verleende de vergunning daartoe in mei 2022. Twee milieuverenigingen stapten daarop naar de rechtbank. Zij maken zich kort gezegd zorgen over de gevolgen voor de omliggende natuurgebieden.

Stikstof en vergunningen, hoe zit dat ook alweer?

De hoofdregel is dat de provincie bij het verlenen van een vergunning onderzoekt wat de gevolgen zijn van een project voor een Natura 2000-gebied in de omgeving. Dit onderzoek wordt ook wel 'passende beoordeling' genoemd. Zo'n project heeft dan een natuurvergunning nodig. Die vergunning en dat onderzoek zijn niet nodig als een project al bestond voordat het Natura 2000-gebied is aangewezen. De gedachte hierachter is dat de gevolgen van dat project ook al optraden toen het natuurgebied onder de bescherming van de Europese natuurrichtlijnen kwam te vallen door de aanwijzing.

Als zo'n project later verandert of een nieuw project wordt gestart, moet worden gekeken of het Natura 2000-gebied daardoor slechter af is. Daarvoor wordt de verandering vergeleken met de uitgangssituatie. De uitgangssituatie hierbij is de laatste natuurvergunning voor het project of de milieuvergunning met de minst nadelige gevolgen voor het natuurgebied. Bedrijven beschouwen hun oude vergunning(en) als hun 'bestaande rechten'. Als het project na verandering minder nadelige gevolgen heeft dan daarvoor, is voor het project geen natuurvergunning of onderzoek nodig. Dat vergelijken wordt 'intern salderen' genoemd. 

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat alleen mag worden vergeleken met bestaande rechten die daadwerkelijk worden gebruikt of kunnen worden gebruikt zonder dat hier een nieuwe omgeving- of natuurvergunning voor nodig is. 'Bestaande rechten' die je niet zomaar kunt gebruiken zonder een nieuwe toestemming, mag je alleen gebruiken als je aantoont dat Natura 2000-gebieden door de verandering van het project niet (verder) in de problemen komen en de herstelmaatregelen die worden getroffen om deze gebieden te redden niet voor niets zijn. De gevolgen van het gebruik van die bestaande rechten voor de natuurgebieden zijn immers nooit passend beoordeeld, niet bij de aanwijzing van het gebied en ook niet daarna. Als het niet is onderzocht, weet je ook niet wat er gebeurt als er wel daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van die slapende 'bestaande rechten'. 

Natuurvergunning onterecht verleend

De rechtbank concludeert dat het bedrijf in Bergen op Zoom al langere tijd geen volledig gebruik maakt van haar natuurvergunning uit 2016 en de daarin genoemde emissieruimte. De huidige installatie heeft al jarenlang een stikstofemissie van maximaal 40.000 kilo per jaar, daarmee wordt 230.000 kilo van de vergunde stikstofemissieruimte niet benut. Nu vraagt het bedrijf een natuurvergunning voor een andere installatie met een veel hogere stikstofemissie van 110.250 kilo per jaar en een ammoniakemissie van 3.308 kilo per jaar met een beroep op haar bestaande rechten (de natuurvergunning uit 2016). Dit kan volgens de rechtbank niet, want:

  • in de natuurvergunning uit 2016 is de stikstofemissieruimte verkeerd bepaald;
  • als het bedrijf de natuurvergunning volledig wil gaan gebruiken, moet er een nieuwe omgevingsvergunning komen;
  • de gevolgen van de stikstofdepositie vanwege het bedrijf voor de omliggende natuurgebieden zijn nooit onderzocht;
  • de provincie heeft meerdere mogelijkheden en voldoende aanleiding om de bestaande rechten van het bedrijf in te perken tot de feitelijke emissies van het bedrijf;
  • de provincie kan dit niet rechtbreien met een verwijzing naar haar stikstofmaatregelen in de Brabantse Ontwikkelingsaanpak Stikstof omdat die niet effectief zijn en omdat het onlogisch is dat anderen maatregelen moeten treffen en dit bedrijf niet.

De slotconclusie van de rechtbank is dan ook dat het bedrijf geen bestaand recht heeft om te vervuilen en dat zij dus niet kan salderen. Een andere uitleg leidt niet tot een oplossing van de stikstofcrisis en zou leiden tot mogelijk ernstige schade aan de Natura 2000-gebieden. Anders is het dweilen met de kraan open en wordt iedere vorm van herstel van de natuur belemmerd door de feitelijke toename met nieuwe stikstofdeposities zonder dat we weten wat de gevolgen zijn. 

Uitspraken