Het bezit van kinderporno is een ernstig delict. Voor de productie hiervan worden kinderen seksueel misbruikt en uitgebuit. Ze worden voor een camera gezet om te poseren en seksuele handelingen te verrichten of te ondergaan. Deze slachtoffers kunnen aanzienlijke psychische schade oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. De schade voor de kinderen wordt nog eens vergroot doordat het vrijwel onmogelijk is om een afbeelding of video die op het internet is gezet, daarvan af te halen.
Omdat de verdachte blijft ontkennen, ziet de reclassering weinig aanknopingspunten om het gedrag van de verdachte met bepaalde bijzondere voorwaarden (zoals een behandeling) te veranderen. Ook kunnen een psychiater en een psycholoog niet vaststellen dat er sprake is van een psychische stoornis. Door dit alles kan de rechtbank zich geen oordeel vormen over de eventuele kans op herhaling en dus evenmin over de wijze waarop dit risico zou kunnen worden ingeperkt. Dit maakt dat de rechtbank geen bijzondere voorwaarden verbindt aan de voorwaardelijke celstraf. Naast die geheel voorwaardelijke straf vindt de rechtbank een maximale taakstraf van 240 uur op zijn plaats.