De officier van justitie had een gevangenisstraf van 5 jaren geëist. Volgens de officier van justitie zou de verdachte in april jl. naar de woning van de vrouw zijn gegaan en haar hebben verkracht. De verdachte ontkent dit stellig. Hoewel er aanknopingspunten in het dossier zijn voor de veronderstelling dat de vrouw zich gedwongen voelde tot seksuele handelingen, is er volgens de rechtbank geen onomstotelijk bewijs dat de seks tegen haar zin was. Daarbij hecht de rechtbank er belang aan dat de verdachte naar haar woning is gegaan met de bedoeling van beiden om seks met elkaar te hebben. Dit blijkt uit gespreksopnames op de inbeslaggenomen telefoon van de verdachte. De twee spraken af hun relatie te beëindigen, maar die bewuste avond nog eens “goed” afscheid te nemen. Ook reageerde de vrouw richting hem dat ze bang was zwanger te raken. Ook daaruit maakt de rechtbank op dat het de bedoeling was dat ze seks met elkaar zouden hebben. De rechtbank heeft verder geen objectief bewijs om de beschuldiging te ondersteunen dat er sprake was van gedwongen seks. Daarom spreekt de rechtbank de verdachte vrij van verkrachting.
Er is wel voldoende bewijs dat de verdachte zijn ex-vriendin die nacht mishandelde door haar tegen het gezicht en lichaam te stompen, tegen haar benen te schoppen en een bierblikje in haar gezicht te gooien. Ook vindt de rechtbank bewezen dat de verdachte haar in maart met de dood bedreigde en op een ander moment met zware mishandeling.