Volgens de voorzieningenrechter was de burgemeester gelet op de grote
hoeveelheid henneptoppen die is aangetroffen, bevoegd om bestuursdwang toe te
passen. Dat de vrouw niet bij de hennepdrogerij betrokken zou zijn of er niets
van af zou weten, maakt geen verschil. Volgens de voorzieningenrechter is de
sluiting van 3 maanden onder de gegeven omstandigheden overeenkomstig het beleid
van de burgemeester. De burgemeester hoefde in wat de bewoonster heeft gesteld
geen aanleiding te zien om af te wijken van haar beleid. De voorzieningenrechter
oordeelt dat de burgemeester mag overgaan tot sluiting van de woning en wijst
het verzoek om een voorlopige voorziening af.