De politie trof afgelopen april een hennepkwekerij aan in de kruipruimte van een woning in Vught. Op de tweede verdieping werden ook nog resten van hennepplanten gevonden en materialen waarmee een hennepkwekerij is in te richten. Deze omstandigheden waren voor de burgemeester reden om de woning per 2 juni 2015 voor drie maanden te sluiten.
 
De huurder van de woning maakte bezwaar tegen dit besluit. Hij stapte bovendien naar de voorzieningenrechter om te voorkomen dat zijn woning zou worden gesloten voordat op zijn bezwaar was beslist. De rechter oordeelde op 1 juni dat de burgemeester van Vught zijn besluit tot sluiting onvoldoende had gemotiveerd. De rechter bepaalde daarnaast dat de woning niet gesloten mocht worden tot 6 weken nadat op het bezwaar van de huurder was beslist.
 
Op 17 juli verklaarde de burgemeester het bezwaar van de huurder ongegrond en deelde hij de bewoner mee dat de woning alsnog zal worden gesloten per 1 september 2015. Daarop stapte de man opnieuw naar de voorzieningenrechter. Hij is van mening dat de sluiting van zijn woning moet worden voorkomen en dat de burgemeester had kunnen volstaan met een waarschuwing.
De burgemeester stelt dat er sprake is van een ernstig geval waardoor hij direct tot sluiting van de woning mag overgaan. Zo is er al meerdere keren hennep geoogst, gaat het om een handelshoeveelheid, is de elektriciteit illegaal afgetapt en veroorzaakt de hennepkwekerij overlast en potentieel gevaar voor de omgeving. Een sluiting is volgens de burgemeester noodzakelijk om voortzetting of herhaling van de overtreding te voorkomen.
 
De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester mocht concluderen dat sprake is van een ernstig geval. Daarom mocht hij overgaan tot directe sluiting zonder eerst een waarschuwing te geven.