Laden...

Celstraf en verplichte behandeling voor (voorbereidingen) brandstichting Eindhoven

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Celstraf en verplichte behandeling voor (voorbereidingen) brandstichting Eindhoven
's-Hertogenbosch, 20 december 2017

Een 31-jarige vrouw uit Eindhoven heeft voorbereidingen getroffen brand te stichten in de woning van haar voormalige schoonzus. Ook is de vrouw door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor mishandeling en in brand steken van een auto. Naast een celstraf van 18 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk moet ze zich laten behandelen en mag ze geen harddrugs en alcohol gebruiken.

De verdachte heeft voorbereidingen getroffen om brand te stichten in de woning van haar voormalige schoonzus in Eindhoven op 21 februari van dit jaar. Ze was in de middag bij die woning, en had een fles citronella olie en 3 aanstekers in haar bezit. Toen buren van de bewoonster de vrouw wilden tegenhouden, heeft de verdachte een vrouw mishandeld door in haar gezicht te slaan. De verdachte stak de nacht ervoor de auto van haar voormalige schoonzus in brand.

Gevaarlijke situatie

Het gaat om 3 ernstige feiten. Zeker de voorbereiding van brandstichting in een bewoond rijtjeshuis rekent de rechtbank de vrouw zwaar aan. Als het pand vlam zou hebben gevat, zou daardoor een zeer gevaarlijke situatie kunnen zijn ontstaan. Niet alleen voor de mensen in het huis, maar ook de bewoners van de omliggende huizen. Vuur gedraagt zich immers onvoorspelbaar. Dergelijke feiten veroorzaken veel maatschappelijke onrust en toename van gevoelens van angst en onveiligheid.

Klinische verslavingsbehandeling

De verdachte is onderzocht door een psycholoog en psychiater. Volgens de deskundigen was de vrouw tijdens de delicten ernstig verward en was sprake van een psychose in ieder geval door GHB-gebruik en waarschijnlijk fors alcoholgebruik. De deskundigen achten de vrouw sterk verminderd toerekeningsvatbaar en vinden klinische verslavingsbehandeling noodzakelijk. De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over. De celstraf is deels voorwaardelijk om de vrouw ervan te weerhouden opnieuw in de fout te gaan. Als bijzondere voorwaarden is de vrouw onder meer verplicht een behandeling te ondergaan, krijgt ze reclasseringstoezicht opgelegd en mag ze tijdens een extra lange proeftijd van 3 jaar geen verdovende middelen en alcohol gebruiken. De verdachte moet aan haar voormalige schoonzus een schadevergoeding betalen van 895 euro.

Uitspraak