Laden...

Op de rol: 'Ik heb haar uitgescholden, maar niet bedreigd'

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Overijssel > Nieuws > Op de rol: 'Ik heb haar uitgescholden, maar niet bedreigd'
Zwolle, 20 september 2023

Zo nu en dan is het helemaal mis in Steenwijk-West. Dan hebben Gerda (47) en Joop (48)* het aan de stok met een gezin, net om de hoek van de straat. Op 17 mei van dit jaar is het weer raak. Gerda en Joop rijden achter hun 2 buurtgenoten aan en dwingen ze tot stoppen. Waarna Gerda het op een schreeuwen zet: ‘Nog 1 keer en ik snij je kop en romp van elkaar af.’ Gerda’s eega Joop doet ook zijn duit in het zakje: ‘Dan weet je het verhaal ook, kankerhoertje. Jawel, kankerhoer, hoertje van Steenwijk. (…) Nog 1 keer en ik rijg je hier al.’ De eega van de buurtgenote neemt het fraais op zijn telefoon op.

Later die dag gaat het weer mis. Wanneer de politie Joop komt ophalen, schreeuwt Gerda dat zij ‘hun kapot gaan maken’ en ‘zij hartstikke dood gaan’. Als dat niet ‘vanavond gaat gebeuren’, dan komen ze ‘later nog wel aan de beurt’. De politieagenten zien en horen het gebeuren. Nu moet Gerda óók mee naar het politiebureau. Gerda en Joop worden er 2 dagen opgesloten. Wat meespeelt is dat Joop een jaar eerder ook al voor belediging en bedreiging  is veroordeeld tot een celstraf van 12 weken, waarvan 6 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. En ook dat Joop met een mes zou hebben staan zwaaien.

Conflict

Man en vrouw zitten vandaag getweeën voor de Zwolse politierechter. Ze hebben ieder een advocaat meegenomen. Officier van justitie Schouten heeft net voorgelezen wat Gerda en Joop allemaal uitgekraamd zouden hebben op die woensdag in mei. ‘Wat is uw reactie?’, vraagt politierechter De Loor Gerda. ‘Dit speelt al een langere tijd natuurlijk. Het gaat over en weer en is het geëscaleerd.’ De rechter: ‘Hoe komt dat?’ Gerda: ‘We hadden een paar dagen ervoor een conflict met hun dochter, uitdagen en gek doen. Ik ben naar het politiebureau gereden, zij ook. En nu vonden we dat het maar eens afgelopen moest zijn. Het is helaas gebeurd, sorry.’ En Joop? ‘Ik heb een poosje in de auto gezeten en toen ben ik eruit gegaan. Ik heb haar uitgescholden voor kankerhoertje van Steenwijk. Meer is er niet gebeurd. Ik heb haar niet bedreigd.’ Politierechter De Loor: ‘De politie heeft de geluidsopname uitgeschreven. Een man zegt: ‘Kankerhoertje van Steenwijk’, en: ‘Ik trek je kankerkop eraf’. Hij zegt ook: ‘Nog 1 keer een grote bek en ik steek je hele huis in de brand.’ Joop: ‘Die laatste 2 dingen heb ik niet gezegd’.

Uitpraten

Wat er speelt tussen de families wordt niet duidelijk. Joop zegt: ‘Ze moeten eens ophouden, maar ze gaan maar door en door. Ik laat ze met rust, laten zij ons dan ook met rust laten.’ En Gerda zegt: ‘Zij zeggen: “Het is jullie schuld”, en dan escaleert het.’ De wijkagent komt zo nu en dan langs, ‘maar uitpraten heeft geen nut’. Joop wordt begeleid door de reclassering. ‘Ik doe goed mijn best.’ De reclassering vindt dat Joop niet de gevangenis in zou moeten. Dat zou alleen maar de behandeling doorkruisen. Veel liever zien ze een voorwaardelijke straf en een contactverbod. ‘En ze zeggen dat u eventueel een taakstraf zou kunnen doen’, zegt de rechter. ‘Dat kan ik niet’, weet Joop. De rechter: ‘Ze zeggen dat ze het werk kunnen aanpassen aan uw mogelijkheden.’ Joop: ‘Dat moet dan maar’. Gerda, die net als Joop een strafblad heeft, zou volgens de reclassering het meest gebaat zijn bij een voorwaardelijke straf.

Draaikonten

Gerda en Joop hebben allebei hun buurtgenote bedreigd. ‘Ik snij je kankerkop eraf en ik steek je hele huis in de brand, zijn echt bedreigingen’, zegt officier Schouten over Joops woede-uitbarsting. Net als Gerda’s ‘zij gaan hartstikke dood’. Daarvoor verdient Gerda een boete van 750 euro. Joop heeft een groter strafblad ‘en dan gaan de tarieven omhoog’, aldus de officier van justitie. ‘Sterker nog, als je voor een vergelijkbaar feit bent veroordeeld tot een werkstraf, dan zegt de wet dat je niet nog een keer een werkstraf mag krijgen. Dat vind ik terecht; ik ga hier niet lopen draaikonten. Mijnheer liep in een proeftijd voor bedreiging en dan ga je zó makkelijk over tot een nieuwe bedreiging. Dan weet je wat er gaat gebeuren.’ De officier eist een gevangenisstraf van 1 week. Met betrekking tot de 6 weken gevangenisstraf die Joop boven het hoofd hing, hinkt de officier op 2 gedachten. ‘Als ik mijn geloofwaardigheid wil behouden, dan moet ik de tenuitvoerlegging ervan vorderen, maar ik wil niet het toezicht door de reclassering in gevaar brengen.’ En dus vraagt hij de rechter Joop 1 week op te sluiten, en de resterende 5 weken ‘op de lat te laten staan’. Een contactverbod ziet hij niet zitten. ‘Ze wonen bij elkaar in de buurt. Je komt elkaar altijd wel tegen. We weten ook weinig van de aangevers. Misschien dat zij beginnen met pesten om mijnheer en mevrouw uit hun tent te lokken.’

Uitgelokt

Gerda heeft de buurtgenote tijdens de eerste confrontatie niet bedreigd, meent raadsvrouw Van Zuuk. Wel beledigd. De rechter zou rekening  moeten houden met Gerda’s slechte gezondheid en met het feit dat ze hulp heeft gezocht bij de ggz. De rechter zou Gerda schuldig kunnen verklaren zonder haar een straf op te legen. Als de rechter daartoe niet genegen is, zou een voorwaardelijke geldboete een alternatief zijn. ‘Ze leven van de bijstand.’ En Joop? Die zou vrijgesproken moeten worden, vindt raadsman Poppe. ‘Om de doodeenvoudige reden dat mijn cliënt ontkent dat hij mevrouw heeft bedreigd.’ Als de rechter daar anders over denkt, zou ze zich moeten bedenken dat de verklaringen van de buurtgenote ‘niet heel betrouwbaar’ zijn. ‘Zij heeft boter op haar hoofd. Er gebeurt van alles in de buurt, mijn cliënt wordt uitgelokt en zit een paar dagen op het bureau.’

Bak

‘Terug de bak in’, is niet de oplossing, vindt raadsman Poppe. ‘Dat brengt niets. Juist omdat de reclassering aangeeft dat dit incident plaatsvond voordat de behandeling was begonnen. Ik hou mijn hart vast als mijn cliënt weer 2 weken moet gaan zitten.’ De raadsman zou kiezen voor een geheel voorwaardelijke straf. ‘Dan kan het toezicht doorgaan.’ In een contactverbod ziet de raadsman ook niets. Toch de officier nog even: ‘Ik kan mij niet voorstellen dat mijnheer door een gevangenisstraf van 2 weken niet meer behandeld zou kunnen worden.’ Daar is politierechter De Loor het niet mee eens. De rechter: ‘Ik vind de eis op zich niet onredelijk, maar ik heb er moeite mee dat u de gevangenis in zou gaan terwijl u in een traject zit.’ In plaats van 1 week gevangenisstraf, geeft ze Joop een werkstraf van 30 uur. De rechter doet hetzelfde met de voorwaardelijke (cel)straf die Joop boven het hoofd hing. Ook die verandert zij in een werkstraf van 30 uur. ‘De overige weken blijven staan.’ Gerda krijgt een geldboete van 750 euro, waarvan 150 euro voorwaardelijk, min 100 euro voor de 2 dagen die ze heeft vastgezeten. Gerda kan de boete in 12 termijnen betalen. ‘Dan wordt u er elke maand aan herinnerd dat u dit niet meer moet doen.’

* Dit zijn niet hun echte namen.

Uitspraken