Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank zich laten leiden door de
ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de
persoonlijkheid van verdachte.
Verdachte heeft opzettelijk zijn ex-vriendin Nathalie, een jonge vrouw en
moeder van dochtertje Daisy, door verwurging van het leven beroofd. Hij heeft
haar in haar woning achtergelaten terwijl haar dochtertje boven in bed lag.
Omdat verdachte zijn daad op geen enkele wijze heeft gemeld, hebben de ouders
van Nathalie het lichaam van hun dochter na ruim anderhalve dag gevonden.
Bovendien heeft verdachte er kennelijk geen been in gezien om Daisy al die tijd
alleen achter te laten.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij niet heeft willen verklaren
over wat hem tot zijn daad heeft gebracht noch over de wijze waarop Nathalie aan
haar einde is gekomen. Omdat verdachte van het begin af aan heeft geweigerd mee
te werken aan een gedragskundig onderzoek heeft de rechtbank zich wat betreft de
geestesgesteldheid van de verdachte moeten baseren op andere onderzoeksgegevens
in het dossier over een eventuele gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis
van zijn geestvermogens.
De rechtbank komt tot het oordeel dat er op het moment van het feit sprake
was van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn
geestvermogens. De rechtbank acht de kans op herhaling van geweldsdelicten groot
indien verdachte onbehandeld blijft. De rechtbank heeft om die reden naast een
gevangenisstraf van negen jaren de maatregel van ter beschikkingstelling met
dwangverpleging opgelegd.