De rechtbank is van oordeel dat de journalist die de artikelen heeft geschreven en de krant voldoende zorgvuldig onderzoek hebben gedaan. Er zijn meerdere bronnen gebruikt. Bovendien is de oud-topambtenaar door het AD in de gelegenheid gesteld om op de verklaringen van de getuigen te reageren.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat het maatschappelijk belang van het aan de orde stellen van een mogelijke misstand zwaarder weegt dan het belang van de oud-topambtenaar om niet op deze manier in de media te worden besproken.
In de betreffende artikelen wordt onder andere gesteld dat de oud-topambtenaar in de jaren ’80 contact zou hebben gehad met een man die bekend stond als pooier van minderjarige jongens. Ook zou de oud-topambtenaar in de buurt van de vermeende pooier gezien zijn met minderjarige jongens.
In de civiele procedure waarin deze uitspraak gedaan is was slechts de vraag aan de orde of de artikelen in het AD onrechtmatig waren. De rechter heeft zich dus niet gebogen over de vraag of de gestelde gebeurtenissen echt hebben plaatsgevonden.