Voor een goed functioneren van de democratische rechtstaat is fundamenteel dat burgers vertrouwen hebben in het openbaar bestuur. Integriteit van ambtenaren en de overheid staat hoog op de politieke agenda; het maatschappelijk belang van een onkreukbare overheid is immers groot. De samenleving moet er zonder meer op kunnen vertrouwen dat met overheidsgezag beklede personen dat gezag niet misbruiken ten behoeve van hun eigen belang.
Dit vertrouwen wordt beschaamd indien personen die bij de overheid werkzaam zijn, zich niet integer gedragen. Dat is het geval als persoonlijke en zakelijke belangen door elkaar gaan lopen. Juist van deze personen wordt, naast loyaliteit en inzet voor de publieke zaak, neutraliteit verwacht: handelen zonder aanzien des (rechts)persoons. Tegen ambtenaren die het vertrouwen in het openbaar bestuur schaden, moet dan ook doeltreffend en passend strafrechtelijk worden opgetreden.