‘Weet u nog wat er is gebeurd?’, vraagt politierechter Evelien Mentink. ‘Niet echt’, antwoordt Ismail. ‘Ik had gedronken, maar ik moest van de agenten wel wegrijden van de taxistandplaats en de auto op een andere plek parkeren. Daarna werd ik aangehouden.’ Waarom hij op die 30ste december van het vorige jaar nu zo boos werd op de 2 agenten en zich verzette tegen zijn aanhouding, weet hij ook niet meer. ‘Maar volgens mij werkte ik wel mee’. De politie denkt daar anders over. Zij rept van een worstelpartij om de forse Ismail in de politiebus te krijgen; en van een Ismail die het busje schopt en tiert. Ismail wilde de politie na zijn aanhouding niets vertellen over zijn privéleven. ‘Wilt u nu wel wat zeggen?’, vraagt politierechter Mentink. ‘Ik heb geen baan’, zegt hij. ‘Hebt u een uitkering?’ ‘Nee’. ‘Waar woont u”? ‘Bij mijn broer’. Ismail heeft geen werk en geen uitkering, maar wel een strafblad van 15 kantjes. Hij heeft vorig jaar 6 maanden in de cel gezeten voor een diefstal; 2 maanden staan nog op de lat. ‘Dan is het niet zo handig om dronken achter het stuur te gaan zitten’, oppert de politierechter. ‘Waarom deed u dat?’ Geen reactie.