De voorzieningenrechter geeft een voorlopig oordeel over de rechtmatigheid van het registratievereiste.
Hoewel DNB zich op het standpunt stelt dat zij de ruimte aan aanbieders biedt om oplossingen te kiezen, is het uitgangspunt van DNB wel dat Bitonic bij elke transactie – ook bij transacties waarbij de cliënt cryptovaluta verzendt naar of ontvangt van zijn eigen wallet – de identiteit en de woonplaats van de tegenpartij vaststelt en vaststelt dat deze persoon ook daadwerkelijk de ontvanger of verzender is.
De vraag is of dat proportioneel en noodzakelijk is om de doelstellingen van de wetgeving na te leven. Dit betekent niet dat het registratievereiste evident onjuist of onrechtmatig is. Daarvoor is meer onderzoek nodig.
De voorzieningenrechter weegt de belangen af. Het registratievereiste wordt niet geschorst. Wel moet DNB het registratievereiste nader motiveren in de beslissing op bezwaar. Het ligt in de rede dat DNB in dat kader in gesprek gaat met Bitonic over de wijze waarop zij haar verplichtingen op grond van de Sanctieregelgeving naleeft.
De voorzieningenrechter draagt DNB op om binnen 6 weken op het bezwaar van Bitonic te beslissen.