Laden...

Reglement ontnemingszaken Rechtbank Rotterdam

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Rotterdam > Regels en procedures > Reglement ontnemingszaken Rechtbank Rotterdam

Reglement ontnemingszaken rechtbank Rotterdam

Algemeen

1.
Dit reglement heeft betrekking op de ontnemingszaken die door het openbaar ministerie (AP, FP en LP) op grond van artikel 36e Wetboek van Strafrecht aanhangig zijn gemaakt bij de rechtbank Rotterdam door het betekenen van een ontnemingsvordering met oproeping van een verdachte of veroordeelde (hierna ook: de betrokkene) tegen een bepaalde zittingsdatum.
2.
Dit reglement ziet primair op ontnemingszaken die na de inhoudelijke behandeling van een strafzaak aanhangig zijn gemaakt en op ontnemingszaken die na gelijktijdig aanbrengen met een strafzaak daarna van die strafzaak zijn afgesplitst. 
3.
Het reglement sluit niet uit dat in procedures waarbij de strafzaak en ontnemingszaak wel gelijktijdig (blijven) oplopen, gebruik wordt gemaakt van bepalingen uit dit reglement. De rechtbank zal in voorkomende gevallen besluiten of en welke bepalingen uit dit reglement van toepassing zijn. Zo kan de rechtbank bijvoorbeeld voorzien in een conclusiewisseling in de ontnemingszaak voorafgaand aan de mondelinge behandeling van de strafzaak en ontneming. 
4.
Het indienen van stukken bij de rechtbank.
a. In ontnemingszaken waarop dit reglement van toepassing is, worden alle conclusies, correspondentie en andere stukken ingediend via: ontnemingszaken.rb.rotterdam@rechtspraak.nl
b. Indien in de ontnemingszaak de verdediging plaatsvindt door een advocaat, vindt de indiening van stukken namens de betrokkene uitsluitend door die advocaat (of diens waarnemer) plaats. 
c. Op alle stukken wordt vermeld: de naam van de betrokkene en advocaat, het parketnummer van de zaak en de zittingsdatum (indien bekend). 
d. Indien in het stuk een verzoek wordt gedaan (bijvoorbeeld een onderzoekswens), wordt dit ook op duidelijke wijze vermeld in de aanduiding/titel van het stuk en in de begeleidende e-mail. 
e. Tegelijk met de indiening van een stuk bij de rechtbank, zendt de indiener (een kopie van) het stuk gelijktijdig toe aan de andere partij, zo mogelijk per e-mail / digitaal. 
f. De rechtbank draagt zorg voor de verdere verspreiding van ontvangen conclusies onder de procespartijen en de voorzitter. 
5.
De verdediging en het openbaar ministerie zijn gebonden aan de termijnen en wijze van procesvoering als in dit reglement voorzien, tenzij de rechtbank afwijkende procesvoering vooraf toestaat.
6.
Partijen kunnen op grond van dringende redenen om uitstel vragen van de gestelde termijnen. Dit verzoek dient zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk vier werkdagen voor afloop van de termijn, gemotiveerd te worden ingediend bij de rechtbank. De wederpartij kan hierop binnen twee werkdagen reageren. De rechtbank neemt vervolgens zo spoedig mogelijk een beslissing op het verzoek en geeft daarvan kennis aan partijen. Daarbij bepaalt de rechtbank, zo nodig, ook door welke partij en op welke termijn enige proceshandeling dient te worden verricht. 
7.
De rechtbank zal aan de niet-naleving van een in dit reglement gegeven voorschrift het gevolg verbinden dat haar met het oog op de aard van het voorschrift en de ernst Reglement ontnemingen rechtbank Rotterdam Status: vastgesteld bestuursvergadering rechtbank Rotterdam d.d. 13 september 2022 2 van het verzuim passend voorkomt. Dit gevolg kan zijn verval van het recht tot indiening van stukken.
8. 
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de rechtbank. Daarbij worden de bepalingen van dit reglement zoveel mogelijk in acht genomen. 
9.
In bijzondere gevallen kan de rechtbank afwijken van de bepalingen in dit reglement.

Regiezitting

10.
De procedure voor ontnemingszaken vangt aan met een regiezitting. Uiterlijk drie weken voor de regiezitting dienen de rechtbank, het openbaar ministerie en de verdediging over het dossier - inclusief de ontnemingsvordering - te beschikken. De officier van justitie voegt daarbij een lijst van de stukken waarop de ontnemingsvordering berust, als bedoeld in artikel 511b lid 2 Sv.
11.
Indien de ontneming tegelijk met de inhoudelijke behandeling van de strafzaak is gepland en nog geen conclusiewisseling heeft plaatsgevonden, wordt die zitting benut en beschouwd als regiezitting in de ontneming.
12.
De officier van justitie legt uiterlijk twee weken voor de regiezitting een conclusie van eis aan de rechtbank over, met daarin of daarbij een onderbouwing van de ontnemingsvordering.
13.
Voorafgaande aan de regiezitting is de verdediging in de gelegenheid eventuele onderzoekswensen in te dienen bij het openbaar ministerie, met afschrift aan de rechtbank. De rechtbank beslist, indien nog nodig, tijdens de regiezitting over eventueel gedane onderzoekswensen.
14.
Tijdens de regiezitting worden termijnafspraken gemaakt voor een (schriftelijke) conclusie van antwoord, alsmede voor de termijnen voor re- en dupliek. Overeenkomstig het (landelijke) Strafprocesreglement zijn de navolgende termijnen van toepassing: 

  • 6 weken voor een conclusie van antwoord
  • 4 weken voor een conclusie van repliek
  • 4 weken voor een conclusie van dupliek
De rechtbank kan vanwege de complexiteit van de zaak of andere bijzondere omstandigheden langere termijnen vaststellen.
15.
De rechtbank bepaalt wanneer de termijnen voor de conclusies gaan lopen. In de regel zal de termijn voor de conclusie van antwoord ingaan op de dag van de regiezitting.
16.
Zo mogelijk wordt tijdens de regiezitting een datum voor de (inhoudelijke) mondelinge behandeling bepaald. Verhinderdata worden voor een periode van twee maanden vanaf vier maanden na de regiezitting vooraf opgevraagd bij partijen.
17.
De op de regiezitting vastgestelde termijnen worden vastgelegd in het proces-verbaal van de zitting, dat zo spoedig mogelijk (uiterlijk binnen twee weken) na de regiezitting wordt verspreid onder partijen.
18.
Het instellen / lopen van hoger beroep in de strafzaak is in beginsel geen reden om de behandeling van de ontneming aan te houden. Tijdens de eerste of een latere regiezitting kunnen hier in bijzondere omstandigheden andere afspraken over worden gemaakt, waarbij de rechtbank de voortgang in de procedure bewaakt en daarover beslist.

Verwijzing naar de rechter-commissaris

19.Indien onderzoekswensen op de regiezitting worden toegewezen, kan verwijzing naar de  plaatsvinden voor het horen van getuigen en/of andere onderzoekshandelingen.
20.
In het geval van een verwijzing naar de rechter-commissaris gaan de op de regiezitting vastgestelde termijnen voor de indiening van conclusies opnieuw lopen twee weken nadat de procespartijen in het bezit zijn gekomen van het (laatste) uitgewerkte proces-verbaal van de rechter-commissaris. De rechtbank zal een bericht sturen aan de verdediging en het openbaar ministerie vanaf wanneer de termijnen opnieuw zijn gaan lopen.
21.
De administratie van de rechtbank houdt contact met het kabinet rechter-commissaris om zicht te houden op de voortgang van het rc-onderzoek, zodat tijdig een mondelinge behandeling kan worden gepland. Daartoe zullen opnieuw verhinderdata worden geïnventariseerd.
22.
Eventueel kan de rechtbank bepalen dat een (tweede) regiezitting gehouden wordt. Dit zou aangewezen kunnen zijn in verband met het horen van getuigen in het buitenland en problemen die zich daarbij (wellicht) kunnen voordoen.

 

Conclusiewisselingen en extra regiezitting

23.
Tenzij anders overeengekomen dient de verdediging zes weken na de regiezitting een schriftelijke conclusie van antwoord in. 24.
Het openbaar ministerie heeft, tenzij anders overeengekomen en indien daaraan behoefte bestaat, vier weken de tijd voor het indienen van een conclusie van repliek.
25.
De verdediging heeft, tenzij anders overeengekomen en indien daaraan behoefte bestaat, vervolgens vier weken de tijd voor het indienen van een conclusie van dupliek.
26.
Indien een partij geen gebruik (meer) wenst te maken van de mogelijkheid tot indiening van een conclusie, meldt zij dit zo spoedig mogelijk aan de rechtbank.
27.
Indien de conclusies aanleiding geven tot het houden van een nieuwe regiezitting beslist de rechtbank ambtshalve of op verzoek van (een van de) partijen hierover uiterlijk voor de conclusie van repliek. In dat geval vervallen de eerder vastgestelde termijnen voor indiening van volgende conclusies tot aan die regiezitting.
28.
In een tweede regiezitting worden de termijnen van een eventuele volgende conclusiewisseling opnieuw vastgesteld.

Doorlopend regie 

29.
De rechtbank voert doorlopend regie op de doorloop van de bij de rechtbank aangebrachte ontnemingszaken.
30.
Indien vastgestelde termijnen voor conclusiewisseling - zonder vooraf verleend uitstel - niet worden gehaald, neemt de rechtbank een beslissing over de consequentie van die termijnoverschrijding. Dit kan zijn een rappel en (kort) uitstel voor het alsnog aanleveren van stukken, het inplannen op een nieuwe regiezitting of het plannen van de mondelinge behandeling. Bij de mondelinge behandeling kunnen verdere beslissingen worden genomen over de gevolgen van termijnoverschrijding.

Mondelinge behandeling

31.
De rechtbank bepaalt de dag en het uur van de mondelinge behandeling en de tijd die daarvoor wordt gereserveerd.
32.
De rechtbank kan voorafgaand aan de mondelinge behandeling aanwijzingen geven over onder meer de spreektijd, de te bespreken onderwerpen en/of vraagpunten en de nog in te dienen stukken.
33.
Een partij die bij de mondelinge behandeling nog een stuk in het geding wil brengen, zorgt ervoor dat de rechtbank en de wederpartij zo tijdig mogelijk een afschrift van het in te dienen stuk hebben ontvangen.

Uitspraak

34.
De rechtbank bepaalt de datum waarop vonnis wordt gewezen, die in geen geval later mag zijn dan zes weken na de sluiting van het onderzoek op de zitting.