Rechters stellen tijdens een zitting vragen aan de partijen in de rechtszaak. Dat doen de rechters om te begrijpen waar het over gaat en persoonlijke omstandigheden te horen.
Ze stellen die vragen in heldere taal, zodat voor de partijen duidelijk is wat de rechter wil weten. Of de partijen in correct Nederlands antwoorden en of ze dure woorden gebruiken, dat telt niet.
De rechter heeft de feiten over de situatie van de partijen nodig om te kunnen oordelen.