Op bepaalde zittingen die gaan over de uitvoering van tbs (terbeschikkingstelling) en de PIJ-maatregel (maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen) hebben slachtoffers en nabestaanden een beperkt spreekrecht. Op die zittingen mogen zij iets zeggen over de voorwaarden waaronder de veroordeelde (of tbs’er/PIJ’er) vrijkomt of vrij blijft. Het moet dan gaan over voorwaarden die hun belangen raken, zoals een contactverbod of een locatieverbod. Dit beperkte spreekrecht hebben zij op zittingen waarop voorwaarden bij de uitvoering van de tbs aan de orde komen. En op zittingen waarop voorwaarden aan de orde komen die kunnen gelden tijdens de laatste periode van de PIJ-maatregel, namelijk het voorwaardelijke jaar (of de voorwaardelijke beëindiging).
Slachtoffers en nabestaanden mogen op de zitting spreken, maar kunnen hun verklaring ook schriftelijk afleggen.