Betrokkene, een moslima, ontving een bijstandsuitkering. Om haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, achtte de gemeente het nodig dat zij deel zou nemen aan een werktraining. Tijdens deze training mocht zij wel een hoofddoek dragen maar geen gezichtsbedekkende kleding, zoals een nikab, omdat dit volgens de gemeente het vinden van werk belemmert. Betrokkene heeft bij herhaling geweigerd de nikab af te doen. De gemeente heeft daarom de bijstandsuitkering gedurende twee maanden verlaagd.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beslissing van betrokkene om een nikab te dragen valt onder het recht op godsdienstvrijheid. Die beslissing is immers geïnspireerd door haar geloofsovertuiging. Het verbod om tijdens de werktraining een nikab te dragen vormt dus een inbreuk op het recht op godsdienstvrijheid. Dat wordt niet anders doordat betrokkene in plaats van een nikab een hoofddoek had kunnen dragen. Voor die inbreuk had de gemeente echter een geldige reden. Uitgangspunt is namelijk dat een bijstandsgerechtigde zo snel mogelijk zelf in zijn bestaan voorziet. De Centrale Raad van Beroep acht het aannemelijk dat in de huidige maatschappelijke context het dragen van een nikab belemmerend werkt bij het vinden van werk. Het onbedekte gezicht speelt een belangrijke rol in het contact tussen personen en is essentieel bij het krijgen van werk. De weigering van betrokkene om haar nikab af te doen, verkleint in hoge mate de kans dat zij snel werk vindt. Dit legt een onnodige druk op de publieke middelen. Vandaar dat de inbreuk op het recht op godsdienstvrijheid in de vorm van een verbod een nikab te dragen tijdens een werktraining noodzakelijk wordt geacht in het belang van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep is in deze zaak een eindoordeel.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
-------------------------------------------------------------------------------------------
Centrale Raad van Beroep, 9 mei 2017
Zaaknummer 15/6047 WWB, ECLI:NL:CRVB:2017:1639.
Dit is een persbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.
Voor eventuele vragen over dit persbericht kunt u zich wenden tot het secretariaat, tel: 088-3611730.
E-mail: voorlichting.crvb@rechtspraak.nl
Website: www.rechtspraak.nl/organisatie/CRvB