Laden...

Gebruikt risicoprofiel in strijd met discriminatieverbod

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksCentrale Raad van Beroep > Nieuws > Gebruikt risicoprofiel in strijd met discriminatieverbod
Utrecht, 28 november 2017

De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 21 november 2017 dat het college door het risicoprofiel toe te passen zoals hij dat heeft gedaan, appellant heeft behandeld in strijd met het verbod van ongerechtvaardigde discriminatie.

Appellant heeft aangevoerd dat het college, door gebruik te maken van het risicoprofiel alle inwonende, alleenstaande mannen van 55 jaar en ouder, een ongerechtvaardigd onderscheid heeft gemaakt naar leeftijd en naar geslacht. Dit is in strijd met het discriminatieverbod zoals neergelegd in verschillende bepalingen van internationaal recht. De onderzoeksbevindingen die uit het daarop volgende onderzoek zijn verkregen moeten daarom buiten beschouwing worden gelaten, zodat onvoldoende feitelijke grondslag bestaat voor de intrekking en terugvordering van de bijstand.

Zoals de Raad eerder heeft overwogen (zie de uitspraak van 12 december 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:4180), is volgens constante rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) een verschil in behandeling voor de toepassing van artikel 14 van het EVRM en daarmee voor toepassing van
artikel 1 van Protocol 12 bij het EVRM, discriminerend als het niet objectief gerechtvaardigd is, dat wil zeggen als met het onderscheid geen gerechtvaardigd doel wordt nagestreefd of als de gehanteerde middelen niet in een redelijke proportionaliteitsrelatie staan tot het nagestreefde doel. De verdragsstaten beschikken over een zekere beoordelingsmarge bij de vaststelling of en in welke mate verschillen in overigens gelijksoortige situaties een verschil in behandeling rechtvaardigen. De omvang van deze beoordelingsmarge is primair afhankelijk van de aard van het gemaakte onderscheid. Zoals de Raad eerder heeft overwogen (zie de uitspraak van 24 juni 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BQ9855), is volgens constante rechtspraak van het EHRM een verschil in behandeling uitsluitend op grond van geslacht alleen dan toegelaten als daarvoor zeer zwaarwegende redenen (“very weighty reasons”) bestaan.

Het college heeft door gebruik van het risicoprofiel onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen bijstandsgerechtigden en deze verschillend behandeld. Een bepaalde groep bijstandsgerechtigden van het mannelijk geslacht is onderworpen aan een niet-regulier onderzoek, terwijl vrouwelijke bijstandsgerechtigden met dezelfde kenmerken niet in dit onderzoek zijn betrokken. Indien een risicoprofiel, zoals thans in geding, beperkt is tot bijstandsgerechtigden van het mannelijk geslacht, dan gaat het om een onderscheid dat volgens de genoemde rechtspraak als “verdacht” is aan te merken.
Dit onderscheid wordt niet gerechtvaardigd door “zeer gewichtige redenen”.

De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.

Dit is een nieuwsbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit nieuwsbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

Uitspraken