Uit het wettelijk systeem van artikel 2.1.4, derde en zesde lid, van de Wmo 2015 en artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 volgt dat CAK aan artikel 2.1.4, zesde lid, van de Wmo 2015 de bevoegdheid ontleent om de bijdrage vast te stellen en dat deze bevoegdheid, net zoals dat bij de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor de eigen bijdrage bij een individuele voorziening het geval was (zie de uitspraak van de Raad van 21 augustus 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:1583), wordt beperkt door de maximale periodebijdrage en de hoogte van de kostprijs van de voorziening. Met CAK is de Raad daarom van oordeel dat de hier aan de orde zijnde hoogte van de vastgestelde bijdrage op een wettelijke grondslag is gebaseerd.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
Dit is een nieuwsbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit nieuwsbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.