Het gaat in deze zaken om internationale vrachtwagenchauffeurs die in Nederland wonen en werken voor in Nederland gevestigde vervoersondernemingen. Oorspronkelijk waren de meesten van hen in loondienst van die vervoersondernemingen. Sinds 2011 hebben de chauffeurs een overeenkomst met een bedrijf in Cyprus dat vanaf dat moment het salaris betaalde en de daarover verschuldigde premies afdroeg aan de Social Insurance Services te Cyprus.
Partijen verschillen van mening over de vraag of het Nederlands recht of het Cypriotisch recht van toepassing is. Dat is van belang voor de afdracht van de sociale premies. Volgens het EU-recht is de wetgeving van toepassing van het land waar de werkgever is gevestigd. Omdat in deze zaken niet duidelijk is wie op grond van het EU-recht de werkgever is, is aan het Europese Hof van Justitie om uitleg gevraagd.