De
inwoner heeft bezwaar gemaakt tegen de opschorting en de intrekking van
bijstand. In de bezwaarfase verstrekt zij alsnog de gevraagde bankafschriften.
De gemeente heeft deze stukken niet beoordeeld, omdat de stukken na de gestelde
termijn zijn ingeleverd. Het was vaste rechtspraak van de Centrale Raad van
Beroep (CRvB) dat de gemeente bij een intrekking op grond van artikel
54, vierde lid, van de Participatiewet niet verplicht was om deze stukken
in de bezwaarfase te beoordelen. Maar de gemeente mocht dit wel al doen.
De CRvB oordeelt nu dat als een bijstandsgerechtigde in bezwaar alsnog de
gevraagde stukken inlevert, de gemeente deze stukken in de besluitvorming moet
betrekken. De gemeente moet dan een belangenafweging maken. In dit geval mocht de
gemeente Rotterdam de intrekking van bijstand niet handhaven omdat de
intrekking onevenredig was.