Bent u het niet eens met een besluit van een bestuursorgaan over een bepaald economisch onderwerp? Dan is de kans groot dat in de wet is bepaald dat u tegen dat besluit beroep kunt in stellen bij het CBb. Soms bepaalt de wet dat u een tegen een besluit van een bestuursorgaan over een bepaald economisch onderwerp (eerst) beroep moet worden ingesteld bij de rechtbank. Vaak, maar niet altijd, is dat de rechtbank Rotterdam.
Als de rechtbank uitspraak heeft gedaan op uw beroep en u of het bestuursorgaan is het daar niet mee eens, dan kan hoger beroep worden ingesteld bij het CBb. Het CBb is de hoogste rechter voor deze zaken. Met de uitspraak van het CBb is de zaak dus definitief beslist.
Voor het instellen van beroep en hoger beroep is geen advocaat nodig.
Het CBb spreekt meestal recht met drie rechters (meervoudige kamer). Als een zaak daarvoor geschikt is, kan het CBb die behandelen met één rechter (enkelvoudige kamer). In bijzondere gevallen wordt met het oog op de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling recht worden gesproken met vijf rechters (grote kamer).
De zittingen van het CBb vinden plaats in toga, ook als de zitting in het gebouw van de
Raad van State is.
In welke gevallen het CBb de bevoegde rechter is, kunt u vinden
in bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht (overheid.nl).