Om vier redenen kan het verzoek niet slagen, zo oordeelt de Ondernemingskamer:
• De Pensioenrichtlijn bevat regels die zijn gericht tot de lidstaten van de Europese Unie. Het is de verantwoordelijkheid van de lidstaten om nationale regelgeving in overeenstemming met de Pensioenrichtlijn te brengen. SOBI kan daarom niet tegenover PME een rechtstreeks beroep doen op de regels uit de Pensioenrichtlijn.
• De Pensioenrichtlijn bevat geen duidelijke, nauwkeurige en onvoorwaardelijke regels aan de hand waarvan een bepaalde rekenrente kan worden vastgesteld.
• De Pensioenrichtlijn behelst zogenoemde minimumharmonisatie. Dat betekent dat de lidstaten strengere regels kunnen opstellen. Voor zover De Nederlandsche Bank strengere regels hanteert dan de Pensioenrichtlijn, is dat dan ook geoorloofd.
• De jaarrekening van PME is opgesteld overeenkomstig de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalen dat een pensioenfonds in zijn jaarrekening een rekenrente mag hanteren zoals die door De Nederlandsche Bank wordt gepubliceerd.