De krakers stelden dat zij op grond van artikel 8 EVRM (recht op
huisvesting) aanspraak kunnen maken op opvang. Dit staat in de weg aan een
ontruiming, aangezien dan de enige plek om te kunnen verblijven verloren gaat,
omdat een adequate opvang ontbreekt.
Inzet van de krakers in deze procedure
was, dat de overheid hun voor beperkte tijd een overgang dient te bieden van de
Garage naar adequate opvang. Zij stelden dat de Bed Bad Brood regeling van de
gemeente Amsterdam daar niet aan voldoet.
Het hof overweegt dat slechts personen die kwetsbaar zijn als gevolg van
medische of andere bijzondere factoren aan artikel 8 EVRM een verplichting tot
opvang kunnen ontlenen.
Dat de krakers afgewezen asielzoekers zijn maakt hen
nog niet zonder meer tot een dergelijk kwetsbaar persoon.