Laden...

Werkwijze en reglementen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksOrganisatie > Ondernemingskamer > Werkwijze en reglementen

Beperking omvang processtukken

De voorschriften met betrekking tot de maximale omvang van processtukken zoals met ingang van 1 april 2021 opgenomen in paragraaf 1.1.1.5. van het Procesreglement verzoekschriftprocedures handels- en insolventiezaken gerechtshoven en paragraaf 2.11 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven gelden niet voor bij de Ondernemingskamer gevoerde procedures in eerste aanleg

Met betrekking tot de omvang van processtukken hanteert de Ondernemingskamer de volgende uitgangspunten: 

  • Een verzoekschrift of een verweerschrift beslaat in beginsel ten hoogste 35 bladzijden (exclusief partijvermelding, inhoudsopgave en petitum) met een minimale lettergrootte in een courant lettertype (zoals Times New Roman, Courier of Arial) van 11 punten (voetnoten 9 punten) en een minimale regelafstand van 1, met marges boven, onder, links en rechts van ten minste 2,5 cm op A4-formaat. 
  • Een zelfstandig tegenverzoek, een verweerschrift tegen een zelfstandig tegenverzoek of een nadere akte beslaat in beginsel ten hoogste 15 bladzijden.

 

Verzoekschriftenprocedures

Indienen verzoekschrift

Verzoekschriften, verweerschriften en de overige in het geding te brengen stukken worden zowel fysiek als digitaal ingediend, door tussenkomst van een advocaat. Fysieke exemplaren worden in zevenvoud ingediend. Indien er meer dan één wederpartij is, worden er zoveel meer exemplaren ingediend als er meer wederpartijen zijn.

Partijen wordt verzocht om, in overleg met de griffie, de stukken tevens via veilig mailen of e-mail (ondernemingskamer@rechtspraak.nl) digitaal in te dienen.

Ten aanzien van alle door partijen in te dienen stukken geldt het uitdrukkelijke verzoek deze in te voegen in een snelhechter (niet in een ordner of ringband).

Het verzoekschrift bevat een duidelijke aanduiding van de naam en het woon-/vestigings-, post- en e-mailadres van de verweerster(s) en de eventuele belanghebbende(n).

Bij het verzoekschrift worden de volgende stukken gevoegd:

  • actuele uittreksels uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel betreffende de verzoeker(s), verweerster(s) en, voor zover van toepassing, van eventuele belanghebbende(n), voor zover partijen rechtspersonen zijn;
  • in geval van een enquêteverzoek: een exemplaar van de vigerende statuten van de verweerder(s);
  • een genummerd overzicht van de bij het verzoekschrift gevoegde producties; en
  • een organogram.

Eventueel later over te leggen producties worden doorgenummerd op de oorspronkelijke nummering en voorzien van een cumulatief overzicht. Dat overzicht vermeldt beknopt de reden van overlegging. Bij of spoedig na indiening van het verzoekschrift wordt, bij brief, veilig mailen of e-mail, opgave gedaan van:

  • de bij de zaak betrokken accountant(s), en
  • de verhinderdata van (de advocaten van) de betrokken partijen.

Producties worden voorzien van papieren tabbladen (bij voorkeur met een uitstekend gedeelte).

Digitale aanlevering processtukken

Partijen wordt verzocht om, in overleg met de griffie, de stukken tevens via veilig mailen of e-mail (ondernemingskamer@rechtspraak.nl) digitaal in te dienen conform de volgende instructies:

  • Processtukken en producties/bijlagen worden digitaal ingediend per e-mail (ondernemingskamer@rechtspraak.nl) en kunnen met behulp van een link worden gedownload.
  • Indien het processtuk geen automatische hyperlinks naar de bijbehorende producties/bijlagen bevat, worden het processtuk en de producties/bijlagen in twee afzonderlijke bestanden aangeleverd. 
  • Het bestand met het processtuk heeft een korte, duidelijke en passende benaming.
  • Het bestand met producties/bijlagen is met bookmarks (bladwijzers) geordend en hebben als benaming: ‘productie 1, 2, 3 etc.’.
  • Een genummerd overzicht van de bij het processtuk gevoegde producties/bijlagen wordt eveneens als een los bestand aangeleverd. 
  • De bestanden met processtukken en producties/bijlagen zijn OCR gescand of bewerkt, zodat deze doorzoekbaar zijn. 
  • De bestanden zijn niet groter dan 200 Mb en zijn bij voorkeur rechtop ingescand (niet gekanteld).

 

Mondelinge behandeling

Na indiening van het verzoekschrift wordt een datum bepaald voor de mondelinge behandeling van het verzoek en vindt oproeping plaats door de griffier. Niet uitgesloten kan worden dat, ondanks een opgegeven verhindering, op de desbetreffende dag de mondelinge behandeling wordt bepaald.

De behandeling van het verzoek vindt plaats ter terechtzitting van de Ondernemingskamer in het Paleis van Justitie aan IJdok 20 te Amsterdam. De Ondernemingskamer houdt zitting op de donderdag. In uitzonderlijke gevallen kan worden bepaald dat op een andere dag dan een donderdag zitting wordt gehouden. In de maand augustus zal er niet elke week een zitting plaatsvinden.

Tenzij anders wordt bepaald, geldt bij de mondelinge behandeling een spreektijd van 20 minuten per (cluster van) procespartij(en), exclusief re- en dupliek. De Ondernemingskamer stelt het op prijs indien partijen met gelijklopende belangen (cluster) hun betogen zoveel als mogelijk onderling afstemmen en overlapping vermijden. Afhankelijk van de agenda van de Ondernemingskamer kan de spreektijd (verder) worden beperkt.

In de regel wordt iedere week op deze website op de nieuwspagina bekendgemaakt welke zaken die week ter terechtzitting worden behandeld.

 

Indienen verweerschrift

De verweerder(s) en de (mogelijk) belanghebbende(n) kunnen voorafgaand aan de mondelinge behandeling – door tussenkomst van een advocaat – een verweerschrift indienen. Verweerschriften worden, tenzij anders wordt bepaald, uiterlijk drie weken vóór de mondelinge behandeling ter griffie van de Ondernemingskamer ingediend. Voor het overige wordt verwezen naar het


Spoedverzoeken

Bij spoedverzoeken dient de verzoeker de spoedeisendheid in een afzonderlijke begeleidende brief toe te lichten. Indien van spoedeisendheid voldoende gebleken is, zal de mondelinge behandeling spoedig – zo mogelijk zelfs de eerstvolgende donderdag - plaatsvinden. Verzoeken ingediend op maandag na 12.00 uur zullen in beginsel niet al diezelfde week mondeling behandeld worden. Voorafgaand overleg met de griffie van de Ondernemingskamer is bij spoedverzoeken noodzakelijk, mede omdat de gedingstukken in deze zaken (mogelijk) rechtstreeks moeten worden toegezonden aan de wederpartij(en) en aan de leden van de Ondernemingskamer die geen kantoor houden op het adres van de Ondernemingskamer.

 

Griffierecht

Het griffierecht voor een verzoekschriftprocedure bij de Ondernemingskamer bedraagt voor rechtspersonen € 783.
Voor natuurlijke personen is het griffierecht € 343. 


Dagvaardingsprocedures

 

Wenken voor uitkooprocedures

Preambule

In uitkoopzaken mist de Ondernemingskamer met enige regelmaat bepaalde stukken. Dat heeft tot gevolg dat er een tussenarrest moet worden gewezen en dat - daarmee - de doorlooptijd langer wordt of eiser(es) niet-ontvankelijk wordt verklaard. Dat kan worden voorkomen, in het belang van alle betrokkenen.

Over te leggen stukken

In uitkoopprocedures dient de eisende partij aan te tonen dat hij aan het kapitaal- en/of stemrechtvereiste (artikelen 2:92a lid 1, 2:201a lid 1 en 2:359c lid 1 BW) voldoet en de gezamenlijke andere aandeelhouders heeft gedagvaard. Met het oog op de (ambtshalve) toetsing door de Ondernemingskamer of aan deze vereisten is voldaan en een vlotte procedure, verdient het aanbeveling dat eiser(es) bij de dagvaarding (ten minste) de volgende stukken overlegt:

  • een exemplaar van de vigerende statuten van de doelvennootschap;
  • een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel betreffende de doelvennootschap;
  • (indien aanwezig) een uittreksel van het aandeelhoudersregister;
  • een verklaring van een notaris of een registeraccountant inhoudende dat uit door hem verricht onderzoek blijkt dat de uitkoper voldoet aan het kapitaalsvereiste (en voor zover van toepassing het stemrechtsvereiste) van art. 2:92a/201a/359c lid 1 BW. Uit deze verklaring moet blijken in hoeverre de gebruikte informatie is gecontroleerd en op welke wijze de opsteller van de verklaring tot zijn conclusie is gekomen. De peildatum voor de verklaring is in beginsel de datum van de dagvaarding;
  • indien de vordering is ingesteld door twee of meer aandeelhouders: een beredeneerde verklaring van een notaris of een registeraccountant inhoudende dat uit door hem verricht onderzoek blijkt dat uitkopers groepsmaatschappijen zijn; en, in het kader van de prijsbepaling;
  • een beredeneerde verklaring van een notaris of een registeraccountant inhoudende dat uit door hem verricht onderzoek blijkt op welk moment de uitkoper 95% van de aandelen in de doelvennootschap heeft verkregen.

Indien de vordering is gestoeld op artikel 2:359c BW is – in het kader van het prijsvermoeden – van belang dat de Ondernemingskamer tevens beschikt over door een notaris of registeraccountant geverifieerde gegevens aan de hand waarvan de Ondernemingskamer kan vaststellen:

  • welke (certificaten van) aandelen, behorende tot de aandelen (of certificaten) waarop het bod betrekking had, in de berekening van de acceptatiegraad van het bod betrokken dienen te worden (de noemer van de breuk);
  • welke door de uitkoper verworven (certificaten van) aandelen in de berekening van de acceptatiegraad van het bod dienen te worden betrokken (de teller van de breuk).

Voor nadere gezichtspunten bij de berekening van deze aantallen wordt verwezen naar hetgeen de Ondernemingskamer daartoe heeft overwogen in OK 4 april 2017, JOR 2017/162 en OK 25 juli 2017, JOR 2017/231 (Royal Reesink).

Procedureel

Ten behoeve van het vaststellen van de hoogte van het verschuldigde griffierecht wordt u verzocht op het H-formulier expliciet te vermelden op hoeveel aandelen de vordering betrekking heeft en welke prijs per aandeel gevorderd wordt. Dagvaardingen, inclusief de producties, worden in zevenvoud ingediend, met een genummerd overzicht van de bij de dagvaarding gevoegde producties.
Eventueel later over te leggen producties worden doorgenummerd op de oorspronkelijke nummering en voorzien van een cumulatief overzicht.

Ten aanzien van alle door partijen in te dienen stukken geldt het uitdrukkelijke verzoek deze in een snelhechter te voegen (niet in een ordner of ringband).