Preambule
In uitkoopzaken mist de Ondernemingskamer met enige regelmaat bepaalde stukken. Dat heeft tot gevolg dat er een tussenarrest moet worden gewezen en dat - daarmee - de doorlooptijd langer wordt of eiser(es) niet-ontvankelijk wordt verklaard. Dat kan worden voorkomen, in het belang van alle betrokkenen.
Over te leggen stukken
In uitkoopprocedures dient de eisende partij aan te tonen dat hij aan het kapitaal- en/of stemrechtvereiste (artikelen 2:92a lid 1, 2:201a lid 1 en 2:359c lid 1 BW) voldoet en de gezamenlijke andere aandeelhouders heeft gedagvaard. Met het oog op de (ambtshalve) toetsing door de Ondernemingskamer of aan deze vereisten is voldaan en een vlotte procedure, verdient het aanbeveling dat eiser(es) bij de dagvaarding (ten minste) de volgende stukken overlegt:
- een exemplaar van de vigerende statuten van de doelvennootschap;
- een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel betreffende de doelvennootschap;
- (indien aanwezig) een uittreksel van het aandeelhoudersregister;
- een verklaring van een notaris of een registeraccountant inhoudende dat uit door hem verricht onderzoek blijkt dat de uitkoper voldoet aan het kapitaalsvereiste (en voor zover van toepassing het stemrechtsvereiste) van art. 2:92a/201a/359c lid 1 BW. Uit deze verklaring moet blijken in hoeverre de gebruikte informatie is gecontroleerd en op welke wijze de opsteller van de verklaring tot zijn conclusie is gekomen. De peildatum voor de verklaring is in beginsel de datum van de dagvaarding;
- indien de vordering is ingesteld door twee of meer aandeelhouders: een beredeneerde verklaring van een notaris of een registeraccountant inhoudende dat uit door hem verricht onderzoek blijkt dat uitkopers groepsmaatschappijen zijn; en, in het kader van de prijsbepaling;
- een beredeneerde verklaring van een notaris of een registeraccountant inhoudende dat uit door hem verricht onderzoek blijkt op welk moment de uitkoper 95% van de aandelen in de doelvennootschap heeft verkregen.
Indien de vordering is gestoeld op artikel 2:359c BW is – in het kader van het prijsvermoeden – van belang dat de Ondernemingskamer tevens beschikt over door een notaris of registeraccountant geverifieerde gegevens aan de hand waarvan de Ondernemingskamer kan vaststellen:
- welke (certificaten van) aandelen, behorende tot de aandelen (of certificaten) waarop het bod betrekking had, in de berekening van de acceptatiegraad van het bod betrokken dienen te worden (de noemer van de breuk);
- welke door de uitkoper verworven (certificaten van) aandelen in de berekening van de acceptatiegraad van het bod dienen te worden betrokken (de teller van de breuk).
Voor nadere gezichtspunten bij de berekening van deze aantallen wordt verwezen naar hetgeen de Ondernemingskamer daartoe heeft overwogen in OK 4 april 2017, JOR 2017/162 en OK 25 juli 2017, JOR 2017/231 (Royal Reesink).
Procedureel
Ten behoeve van het vaststellen van de hoogte van het verschuldigde griffierecht wordt u verzocht op het H-formulier expliciet te vermelden op hoeveel aandelen de vordering betrekking heeft en welke prijs per aandeel gevorderd wordt. Dagvaardingen, inclusief de producties, worden in zevenvoud ingediend, met een genummerd overzicht van de bij de dagvaarding gevoegde producties.
Eventueel later over te leggen producties worden doorgenummerd op de oorspronkelijke nummering en voorzien van een cumulatief overzicht.
Ten aanzien van alle door partijen in te dienen stukken geldt het uitdrukkelijke verzoek deze in een snelhechter te voegen (niet in een ordner of ringband).