Laden...

Geen rectificatie voor beschuldiging van matchfixing

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Arnhem-Leeuwarden > Nieuws > Geen rectificatie voor beschuldiging van matchfixing
Arnhem, 13 april 2021

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wijst rectificatie voor een beschuldiging van “matchfixing” van de WK wedstrijd Nigeria-Italië in 1994 af. De voormalige Nigeriaanse assistent-bondscoach zou in een radio-interview hebben gezegd dat de voormalig bondscoach (een Nederlander) de wedstrijd heeft “verkocht”. De rechtbank bepaalde daarop in kort geding dat de voormalige assistent-bondscoach een rectificatie moest plaatsen. In hoger beroep oordeelt het hof anders: omdat niet aangetoond is dat de voormalige Nigeriaanse assistent-bondscoach dit gezegd heeft, trekt het hof de rectificatie in.

Wedstrijd verkocht?

In 2020 was er een radio-interview met de voormalig assistent-bondscoach op de Nigeriaanse radio over een voetbalwedstrijd tussen Nigeria en Italië tijdens het WK van 1994, die Nigeria met 2-1 verloor. Hiermee eindigde het WK voor Nigeria. De voormalig bondscoach voelde zich in zijn eer en goede naam aangetast omdat de voormalig assistent-bondscoach op de Nigeriaanse radio zou hebben gezegd of gesuggereerd dat de voormalig bondscoach deze wedstrijd destijds heeft “verkocht”. Dus stapte hij naar de rechter. De kortgedingrechter van de rechtbank vond het aannemelijk dat deze uitlatingen waren gedaan en dat deze onrechtmatig waren. Daarom werd de assistent-bondscoach veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie in een landelijke krant in Nigeria.

Geen bewijs voor uitlatingen

Het hof heeft nu de eis tot rectificatie afgewezen. Aan het hof zijn geen geluidsopnames beschikbaar gesteld en ook niet de letterlijke tekst van wat is gezegd tijdens de radio-uitzending. Alleen een weergave van een online krantenartikel heeft het hof gekregen. De toenmalige assistent-bondscoach heeft steeds ontkend dat hij heeft gezegd wat in dat krantenartikel stond. Het hof vindt dat de voormalig bondscoach onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de voormalig assistent-bondscoach de gestelde uitlatingen echt heeft gedaan. Het hof vindt het belangrijk dat niet te snel en zonder voldoende bewijs aangenomen wordt dat bepaalde uitlatingen zijn gedaan die zodanig onrechtmatig zijn dat een rectificatie moet volgen. Anders bestaat het gevaar dat zonder voldoende reden een inbreuk wordt gemaakt op de vrijheid van meningsuiting.

Uitspraken