Het hof heeft bewezen verklaard dat de twee voormalig Rendo-directeuren zich schuldig hebben gemaakt aan die oplichting, gedurende enkele jaren, en zich door tussenkomst van hun persoonlijke vennootschappen hebben verrijkt ten koste van Rendo. Het gaat om een bedrag van vele miljoenen. Daarnaast hebben zij zich ook schuldig gemaakt aan onder meer valsheid in geschrift, het onjuist inlichten van de accountant van Rendo en witwassen. Het hof heeft ook geconcludeerd dat de B.V.’s van de directeuren als mededaders van de oplichting moeten worden aangemerkt.
Aan één de voormalige Rendo-directeuren heeft het hof, ook om zijn initiërende rol, een gevangenisstraf opgelegd van 4 jaar. Aan zijn persoonlijke vennootschap Woldomus B.V. heeft het hof een boete opgelegd van € 450.000,-. Aan de andere directeur heeft het hof een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar opgelegd, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast zijn hem taakstraffen met een totale duur van 480 uur opgelegd. Aan zijn persoonlijke vennootschap Marella B.V. heeft het hof geen straf of maatregel opgelegd omdat dat gelet op de financiële positie van de B.V. geen enkel doel meer zou dienen.
Bij de strafoplegging heeft het hof de nadruk gelegd op de jarenlange fraude, de gewiekste wijze waarop de oplichting is vorm gegeven, de vele miljoenen die Rendo armer is geworden en het feit dat deze directeuren zich ten koste van gemeenschapsgeld grovelijk hebben verrijkt.