Op 16 maart 2016 heeft op de Nieuw-Loosdrechtsedijk in Loosdrecht een ernstig verkeersongeval plaatsgevonden, als gevolg waarvan een jonge vrouw om het leven is gekomen. Vastgesteld is dat verdachte (vader) onder invloed van alcohol en met zeer hoge snelheid in de door hem bestuurde auto dit ernstige verkeersongeval heeft veroorzaakt. Verder is vastgesteld dat verdachte (zoon) hier ook met zeer hoge snelheid heeft gereden. In hoger beroep moest het hof beoordelen of het door de vader veroorzaakte ongeval aan de zoon als medepleger kan worden toegerekend en of het handelen van verdachte (vader) kan worden aangemerkt als roekeloos in de zin van de wet, zoals de rechtbank in eerste aanleg had gedaan.
Volgens het hof is er voldoende bewijs dat de zoon met forse snelheid op korte afstand achter de vader heeft gereden, maar niet dat het rijgedrag van de zoon van invloed is geweest op het tot het ongeval leidende rijgedrag van de vader. Laatstgenoemde was als eerste weggereden, reed voortdurend voorop en kon zijn eigen snelheid en rijrichting volledig zelf bepalen. Niet gebleken is van een nauwe en bewuste onderlinge samenwerking, zoals voor medeplegen is vereist, zodat niet kan worden bewezen dat het rijgedrag van de zoon het verkeersongeval mede heeft veroorzaakt.