Het gerechtshof komt tot een ander oordeel dan de rechtbank. Voor de woningen die schade hebben opgelopen, is sprake van gedeeltelijke vernietiging. De staat van de woningen is dus gewijzigd, en daarom moet rekening worden gehouden met een waardevermindering door de aardbeving. Die waardevermindering bestaat uit de schade, door het hof geschat op € 10.000, een imagoschade van 5 percent, en een rompslompschade van € 2.500. Voor de waardevermindering maakt het niet uit of de schade aan de eigenaar is vergoed of nog zal worden vergoed. Voor de woning die geen schade heeft opgelopen, houdt het hof geen rekening met de gevolgen van de aardbeving, omdat de staat van de woning niet is gewijzigd. Ook acht het hof geen andere, specifiek voor de woning geldende, bijzondere omstandigheid aanwezig die tot een waardevermindering zou moeten leiden.