Op 19 maart 2024 is de vrouw door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 jaar voor een poging moord op haar pasgeboren dochter. De vrouw wordt ervan verdacht dat zij in juni 2020 opzettelijk de door haar afgekolfde moedermelk heeft verdund en aangevuld met grote hoeveelheden loperamide, een middel tegen diarree. Dit had kunnen leiden tot de dood van haar pasgeboren dochter.
De verdachte ontkent dit. Zij stelt loperamide zelf in te nemen vanwege een darmaandoening. Volgens verdachte verklaart dit de aanwezigheid van loperamide in de moedermelk. Zij ontkent verder de moedermelk opzettelijk verdund te hebben.
Er zijn in deze zaak meerdere forensische onderzoeken gedaan naar mogelijke verklaringen voor de verdunning van de moedermelk en de aanwezige loperamide. De rechtbank kwam op basis van de onderzoeken tot de conclusie dat zowel het verdunningsmiddel als de loperamide niet via het lichaam van verdachte, maar van buitenaf door verdachte moeten zijn toegevoegd.
De verdachte is tegen deze veroordeling in hoger beroep gegaan.