De man heeft verklaard dat zijn echtgenote vrijwillig de woning heeft verlaten.
Het hof gelooft dat niet en is van oordeel dat de man de echtgenote door geweld om het leven heeft gebracht en haar stoffelijk overschot heeft weggemaakt. Dit scenario vindt steun in de bewijsmiddelen, waaronder getuigenverklaringen en DNA-bewijs.
Bovendien heeft verdachte geen geloofwaardige verklaring afgelegd over het wegmaken van een matras waarop zijn echtgenote sliep. Op en rond het bed zijn bloed- en schoonmaaksporen aangetroffen. Het matras is niet teruggevonden.
Nu de echtgenote wilde scheiden is het volgens het hof aannemelijk dat het motief in de relationele sfeer ligt.