Verdachte krijgt ook een gevangenisstraf van twaalf jaar opgelegd. Hij wordt schuldig geacht aan doodslag, niet aan moord, omdat handelen met voorbedachte raad niet kan worden vastgesteld. Verdachte heeft de doodslag op zijn ex-partner bekend en ook het verbergen van het lichaam en de diefstal toegegeven.
Het gerechtshof heeft overwogen dat de rechtsorde op buitengewone wijze is geschokt door die feiten; de nabestaanden moeten verder leven met het feit dat verdachte hun moeder en dochter op schokkende wijze het leven heeft ontnomen, waarna hij op verbijsterend mensonterende wijze met het lichaam van het slachtoffer is omgegaan door haar in een dakkoffer te bewaren en de nabestaanden lange tijd in het ongewisse te laten over wat er met haar was gebeurd. De dochter van het slachtoffer en verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep op indringende wijze verwoord welk gemis en verdriet zij heeft door het verlies van haar moeder door toedoen van verdachte. De straf is gelijk aan de eis van de advocaat-generaal.