Laden...

VGZ moet vergoedingen over 2017 aan Ciran uitbetalen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Arnhem-Leeuwarden > Nieuws > VGZ moet vergoedingen over 2017 aan Ciran uitbetalen
Arnhem, 15 december 2017

Het gerechtshof Anrhem-Leeuwarden heeft vandaag uitspraak gedaan in het hoger beroep van zorgverlener Ciran tegen het kortgedingvonnis van 25 oktober 2017, waarin de voorzieningenrechter Cirans vordering om VGZ te dwingen om declaraties uit 2017 te betalen, heeft afgewezen. Het hof komt tot een andere beslissing dan de eerste rechter en wijst Cirans vorderingen alsnog toe.

Volgens VGZ heeft Ciran geen recht op vergoedingen

Ciran is in opspraak geraakt, onder meer door een uitzending van het TV-programma Zembla waarin ex-patiënten klaagden over de kwaliteit van Cirans werk. VGZ heeft een steekproef gedaan door 35 van de 1500 dossiers over 2014 te beoordelen en ziet daarin bewijs dat Ciran geen recht had op de vergoedingen die zij over dat jaar aan Ciran heeft uitgekeerd wegens (kostbare) multidisciplinaire revalidatiebehandelingen. Patiënten hadden volgens VGZ die behandelingen ondergaan zonder een geldige verwijzing, zij kwamen op basis van hun klachten niet voor die behandelingen in aanmerking (Ciran vroeg de patiënten om hun klachten te overdrijven) en ook besteedden de revalidatieartsen te weinig tijd aan de behandelingen. Omdat Cirans directie heeft gezegd dat zij in 2015 en 2016 op dezelfde wijze heeft doorgewerkt, wil VGZ dat Ciran ook de vergoedingen over die jaren terugbetaalt. In totaal gaat het om circa € 20 miljoen. VGZ verrekent dat bedrag met de declaraties die Ciran over 2017 indient en zij is daarom in maart 2017 gestopt met uitbetalen aan Ciran.

Geen inhoudelijk oordeel zonder input van experts

Ciran ontkent dat zij fouten heeft gemaakt. Zij wijst erop dat zij op korte termijn failliet zal worden verklaard als VGZ niet onmiddellijk tot uitbetalen overgaat. Ciran heeft een rapport overgelegd waarin een externe revalidatiearts heeft geschreven dat hij 12 van de 35 door VGZ onderzochte patiëntendossiers heeft bekeken en tot de conclusie is gekomen dat Ciran wél recht op de hoge vergoeding had. De verzekeringsarts van VGZ en de revalidatiearts stellen onderling verschillende eisen aan de verwijzingen, aan de indicatiestellingen en aan de inhoud van de behandelingen, maar over deze medische kwesties kan het hof zonder input van experts geen inhoudelijk oordeel geven. Bovendien is er verschil van mening over de vraag in hoeverre de resultaten van de steekproef mogen worden geëxtrapoleerd naar de 1500 gevallen uit 2014, en of dit ook naar 2015 en 2016 mag worden gedaan. Voor verder onderzoek op medisch en statistisch gebied is in een kort geding geen plaats: in kort geding moet nu eenmaal op korte termijn worden beslist.

VGZ moet vergoedingen uitbetalen

Mogelijk blijkt later dat Ciran nog (forse) bedragen moet terugbetalen en als dat het geval is loopt VGZ het risico dat zij haar geld niet terugkrijgt omdat Ciran dat dan niet heeft. Door over 2017 aan Ciran uit te betalen, zoals Ciran wil, wordt dit risico verzwaard.
Hier staat de verwachting tegenover dat Ciran nog vóór die tijd failliet zal gaan. De afweging van belangen valt hier in het nadeel van VGZ uit. VGZ wordt daarom veroordeeld om op dit moment de vergoedingen over 2017 aan Ciran uit te betalen.

Uitspraken